Treasury gaat om de financiering van het gemeentelijke beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Dit omvat het zorgen voor voldoende liquide middelen, het beleggen van een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement en het daarbij afdekken van de risico’s, met name op het gebied van rente en krediet. En dat alles op de meest doelmatige wijze en volgens de wettelijke voorschriften.
Het begrip treasury is als volgt te definiëren: het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille is op dit gebied het nodige wettelijk verankerd, met name in de Wet financiering decentrale overheden (fido) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In het treasurystatuut zijn uitgangspunten opgenomen met betrekking tot risicobeheer (rente, koers, krediet en liquiditeit). Met inachtneming van wet- en regelgeving is het beleid van de gemeente Veldhoven gericht op minimalisatie van de kosten en optimalisatie van de opbrengsten.
Financiering
Vermogenspositie
Terug naar navigatie - Financiering - VermogenspositieWie de vermogenspositie van een organisatie beoordeelt, kijkt naar de creditzijde van de balans. Het eigen vermogen wordt daar uitgedrukt in termen van reserves. Reserves zijn echter feitelijk niets anders dan een boekhoudkundige sluitpost om aan het eind van een boekjaar het verschil tussen baten en lasten uit te drukken. De onderstaande tabel laat zien hoe de vermogenspositie van de gemeente Veldhoven zich in de begrotingsperiode ontwikkelt.
Tabel 1: Ontwikkeling vermogenspositie gemeente Veldhoven (bedragen x € 1.000,-)
| Ultimo | Ultimo | Ultimo | Ultimo | Ultimo | Ultimo | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
| Eigen vermogen | 90.464 | 86.563 | 85.785 | 84.727 | 87.091 | 92.332 |
| Algemene reserve | 66.540 | 64.426 | 64.479 | 57.898 | 60.775 | 66.735 |
| Bestemmingsreserves | 23.925 | 22.136 | 21.306 | 26.829 | 26.316 | 25.597 |
| Vreemd vermogen | 200.424 | 185.424 | 165.484 | 222.270 | 240.224 | 233.559 |
| Voorzieningen * | 20.522 | 17.597 | 15.366 | 16.082 | 16.159 | 16.274 |
| Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer | 144.056 | 129.275 | 121.995 | 176.464 | 169.786 | 180.607 |
| Vlottende schulden | 35.846 | 38.552 | 28.122 | 29.723 | 54.280 | 36.678 |
| Totaal vermogen | 290.888 | 271.987 | 251.269 | 306.996 | 327.315 | 325.891 |
| Solvabiliteitsratio (eigen vermogen/ totaal vermogen) | 31,1% | 31,8% | 34,1% | 27,6% | 26,6% | 28,3% |
| Vreemd vermogen/ totaal vermogen | 68,9% | 68,2% | 65,9% | 72,4% | 73,4% | 71,7% |
| * exclusief verliesvoorziening bouwgrondexploitatie | ||||||
De solvabiliteit is een graadmeter voor de financiële onafhankelijkheid van onze gemeente, het geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Dit cijfer geeft dus een soort toekomstvisie weer. De solvabiliteit wordt vaak uitgedrukt in een ratio.
De solvabiliteitsratio laat vanaf 2023 een stijgende trend zien. Dit komt met name door een daling van het vreemd vermogen en een stijging van het eigen vermogen. Vooral de verwachte resultaten uit de bouwgrondexploitatie zorgen hiervoor. De gemiddelde solvabiliteitsratio van alle Nederlandse gemeenten ultimo 2023 (bron waar staat je gemeente) is 39,6%. Door met name grote investeringen in de openbare ruimte als gevolg van het Integraal Maatschappelijk Beheerkader (IMBK) loopt ons vreemd vermogen vanaf 2027 sterk op. Dit heeft een daling van de solvabiliteit tot gevolg. Bij de invoering van het IMBK is uiteraard getoetst of we financieel nog gezond blijven. Een solvabiliteit tussen de 25% en 40% wordt als gezond gezien. Volgens de VNG is een solvabiliteit groter dan 20% voldoende.
Het blijft belangrijk om onze schulden te reduceren en het eigen vermogen op peil te houden c.q. te versterken. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is een sluitende begroting en het daadwerkelijke realiseren van resultaten uit de bouwgrondexploitatie.
Treasury acties 2025
Terug naar navigatie - Financiering - Treasury acties 2025De uitvoering op het gebied van treasury maakt deel uit van het reguliere instrumentarium van de Planning & Control-cyclus.
Liquiditeitenplanning en financiering
Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven worden betrokken. Door deze ‘totaalfinanciering’ worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de gemeentelijke rentevisie, de Wet fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De verwachting is dat we de komende jaren (2026 tot en met 2029) zo’n € 115 miljoen financiering aan moeten trekken.
Schatkistbankieren
Sinds 2014 zijn lagere overheden verplicht om te ‘schatkistbankieren’. Tegoeden (boven het drempelbedrag) worden dagelijks ‘afgeroomd’ naar een rekening-courant bij het rijk (de schatkist). Debetsaldi (rood staan) wordt nog steeds op de gebruikelijke wijze afgedekt door kasgeldleningen. Het drempelbedrag wordt bepaald op 2% van het begrotingstotaal. Voor 2026 komt het drempelbedrag op € 3,5 miljoen uit. In 2026 monitoren we of het drempelbedrag niet wordt overschreden.
Leningenportefeuille
Terug naar navigatie - Financiering - LeningenportefeuilleDe onderstaande tabel toont de leningenportefeuille (o/g) van de gemeente.
Tabel 2: Leningenportefeuille per 31 december 2025
| Leningnummer |
Afsluitdatum/ herzieningsdatum |
Soort lening/ aflossing |
Oorspr. bedrag |
Oorspr. looptijd |
Rente % |
Rente herziening |
Restschuld herziening |
| Nwb I-27963 | 29-05-2013 | Ineens (einde looptijd) | 15.000.000 | 25 | 3,404 | - | - |
| Nwb I-27965 | 29-05-2013 | Ineens (einde looptijd) | 20.000.000 | 30 | 3,473 | - | - |
| Nwb I-27964 | 29-05-2013 | Ineens (einde looptijd) | 15.000.000 | 30 | 3,594 | - | - |
| BNG 40.111202 | 01-06-2017 | Lineair | 10.000.000 | 10 | 0,538 | - | - |
| BNG 40.111296 | 17-07-2017 | Lineair | 48.519.898 | 10 | 2,065 | - | - |
| BNG 40.111882 | 02-05-2018 | Lineair | 10.000.000 | 10 | 0,667 | - | - |
| BNG 40.114397 | 02-12-2020 | Lineair | 10.000.000 | 10 | -0,155 | - | - |
| NWB 1-31001 | 08-06-2021 | Lineair | 25.000.000 | 10 | -0,150 | - | - |
| BNG 40.115229 | 25-11-2021 | Lineair | 10.000.000 | 10 | 0,000 | ||
| Prov. Gelderland | 29-11-2023 | Lineair | 14.000.000 | 7 | 3,180 | ||
| Prov. Gelderland | 06-03-2024 | Lineair | 10.000.000 | 7 | 3,000 | - | - |
| Prov. Gelderland | 22-05-2024 | Ineens (einde looptijd) | 10.000.000 | 7 | 2,98% | - | - |
| Nwb I-40362 | 22-05-2024 | Ineens (einde looptijd) | 10.000.000 | 10 | 3,156% | - | - |
| - | - |
Op basis van de huidige leningenportefeuille zal het saldo van de opgenomen geldleningen op 31 december 2025 ca. € 129 miljoen bedragen.
Voor de periode 2026-2029 gaan we uit van € 115 miljoen: € 7,5 miljoen in 2026, € 70 miljoen in 2027, € 10 miljoen in 2028 en € 27,5 miljoen in 2029.
Taakveld treasury
Terug naar navigatie - Financiering - Taakveld treasuryTabel 3: Taakveld treasurybegroting 2026-2029 (bedragen x € 1.000,-)
| Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Externe rentelasten | 3.127 | 4.284 | 5.544 | 6.047 | |||||||
| Externe rentebaten | 165 | 120 | 165 | 253 | |||||||
| Saldo rentelasten en rentebaten | 2.962 | 4.164 | 5.378 | 5.794 | |||||||
| Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 2.962 | 4.164 | 5.378 | 5.794 | |||||||
| Aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | 2.911 | 3.816 | 5.262 | 5.626 | |||||||
| Renteresultaat op het taakveld Treasury | 51 | 349 | 116 | 168 | |||||||
Algemeen
De rentelasten en –baten en de toerekening aan de taakvelden zijn in de begroting opgenomen conform de richtlijnen van de commissie BBV.
Het aantrekken en verstrekken van een lening betreft een treasuryactiviteit. De rentelasten en –baten hiervan worden verantwoord op het taakveld treasury.
Externe rentelasten over korte en lange financiering
De rente van de langlopende geldleningen is voor 2026 begroot op € 3.110,-. Hierbij is uitgegaan van een leningenportefeuille van € 129 miljoen per 1 januari 2026. Voor wat betreft korte financiering is voor de verwachte rente in 2026 een bedrag begroot van € 17,- opgenomen.
Externe rentebaten
De geraamde rentebaten bestaan uit rente tijdelijk financieringsoverschot van € 59,- (schatkist), rente op verstrekte starters- en stimuleringsleningen van € 78,- en rente van twee opgenomen langlopende geldleningen van € 28,-.
Aan taakvelden toe te rekenen rente
De aan taakvelden toe te rekenen rente wordt bepaald als het saldo van de externe rentelasten en –baten. Voor 2026 is dit € 2.962,-.
Aan taakvelden toegerekende rente via renteomslag
De omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa en bouwgrondexploitatie die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente is berekend op 1,2% voor 2026, 1,6% voor 2027 en 1,8% voor 2028 en 2029. De doorberekende rente voor 2026 naar de taakvelden is 1,6% van de boekwaarde per 1 januari 2026 en bedraagt € 2.479. De doorberekende rente naar de bouwgrondexploitatie bedraagt € 432,-.
Saldo rente taakveld treasury
Het rentesaldo van het taakveld treasury ontstaat door het verschil tussen de rente die aan taakvelden moet worden doorberekend en de werkelijke doorberekende rente via de renteomslag. Er resulteert een saldo van € 51,- op het taakveld treasury. Bij de jaarrekening zal een nacalculatie plaatsvinden als de afwijking groter is dan 25% van de gerealiseerde aan taakvelden toe te rekenen rente.
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - Financiering - KasgeldlimietHet gaat bij de kasgeldlimiet om het beperken van renterisico's op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven. Daarom wordt de kasgeldlimiet gekoppeld aan het begrotingstotaal; dat wil zeggen de totale lasten van de begroting, inclusief tegelijkertijd met de begroting vastgestelde begrotingswijzigingen. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2026 komt dit neer op € 14,8 miljoen. Volgens de Wet fido is het toegestaan om de kasgeldlimiet twee kwartalen achter elkaar te overschrijden. We monitoren de kasgeldlimiet per kwartaal en stellen de liquiditeitenplanning periodiek bij.
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - Financiering - RenterisiconormDe renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Voor 2026 komt dit neer op zo’n € 34,8 miljoen. Dit wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen dit bedrag niet mogen overschrijden. De gemeente loopt een renterisico over de zo nodig te herfinancieren aflossingen. De te betalen aflossingen en renteherzieningen overschrijden deze norm niet.
Overige financieringsrisico’s
Terug naar navigatie - Financiering - Overige financieringsrisico’sEr zijn verschillende financieringsrisico’s te definiëren:
• Renterisico. Als het gaat om uitstaande geldleningen neemt de gemeente door het vertrekken van startersleningen een positie in. Daardoor lopen we een renterisico. Dit wordt overigens meegenomen in de berekening van de renterisiconorm.
• Liquiditeitsrisico. Dit hangt nauw samen met de wijze waarop de gemeente in het liquiditeitsbeheer stuurt op de handhaving van de kasgeldlimiet. De gemeente Veldhoven loopt dankzij haar aanpak geen liquiditeitsrisico.
• Koersrisico. De gemeente houdt geen vorderingen, liquiditeiten en beleggingen aan in vreemde valuta en loopt daardoor geen koersrisico.
• Kredietrisico. Voor het risico van oninbare debiteuren heeft de gemeente Veldhoven een voorziening gevormd. Het kredietrisico is daardoor afgedekt.