Het gemeentelijk grondbeleid draagt bij aan de realisatie van beleidsdoelstellingen voor onder meer wonen, economische ontwikkeling, verkeer en vervoer en duurzaamheid. Ook heeft het grondbeleid invloed op de financiële positie van de gemeente vanwege de kosten en de opbrengsten van gebiedsontwikkelingen en de hiermee samenhangende risico’s.
Grondbeleid is een middel om ruimtelijke doelstellingen te realiseren.
Doel van dit beleid is dat grond in voldoende mate en op tijd beschikbaar is. Bijvoorbeeld voor woningbouw, wegen of wateropvang. Ook ontwikkelt de maatschappij zich en verandert het klimaat. Daarom moet de inrichting van de omgeving regelmatig worden aangepast.
Er zijn drie hoofdvormen van grondbeleid:
• Actief grondbeleid – Bij actief grondbeleid neemt de gemeente de touwtjes in handen. De gemeente koopt de grond, maakt deze bouwrijp, verkoopt gronden en maakt deze vervolgens woonrijp. Dit vindt plaats in de vorm van een gemeentelijke bouwgrondexploitatie.
• Faciliterend grondbeleid – Bij faciliterend grondbeleid heeft de gemeente een passievere rol. Initiatiefnemers nemen het heft in handen. De gemeente legt de openbare gebied aan die vervolgens worden verhaald op de initiatiefnemers.
• Publiek private samenwerking – Bij Publiek private samenwerking (PPS) nemen de gemeente en de marktpartijen de grondexploitatie samen ter hand. Hierbij zijn allerlei vormen van samenwerking mogelijk.
In de Kadernota Grondbeleid staat aangegeven dat, daar waar de markt de aanzet geeft tot gebiedsontwikkeling, de voorkeur wordt gegeven aan faciliterend grondbeleid. Dit kan ook in de vorm Publiek Private Samenwerking.
In de begroting worden de verwachte resultaten van de bouwgrondexploitaties weergegeven. We hebben de verplichting om tussentijds winst te nemen en bij een te verwachten verlies een verliesvoorziening op te nemen.
Er is in Veldhoven momenteel sprake van een schaalsprong. Er is veel behoefte aan nieuwe woningen. Er is dan ook een fors woningbouwprogramma in uitvoering. De Brainportregio kent een sterke economische groei, waardoor ook de vraag naar bedrijfsgrond erg hoog is. Mede door de groei van het bedrijfsleven is er een verwachte groei van het aantal inwoners, toename van het verkeer en meer behoefte aan voorzieningen en groen. Naast uitbreiding in de randen van Veldhoven (b.v. Zilverackers en Habraken) zal door een intensiever gebruik van de nog aanwezige ruimte (inbreiding) aan deze vraag moeten worden voldaan. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de maatschappelijke en sociale aspecten van de groei, een duurzame samenleving en de energietransitie.
In juni 2023 is de nieuwe Kadernota Grondbeleid, Regie op Integrale Gebiedsontwikkeling, vastgesteld. Deze nota bevat de algemene beleidslijnen en de instrumenten met betrekking tot het vakgebied grondzaken en grondexploitatie. De aanleiding van de nieuwe Kadernota Grondbeleid kan in vijf hoofdpunten worden samengevat.
1. Woningbouwopgave
Er is op dit moment een groot woningtekort in de regio. De vraag naar bestaande en nieuwbouwwoningen is vele malen groter dan het aanbod. Om dit het hoofd te bieden zijn er afspraken gemaakt met Rijk, provincie, regio en de regionale woningcorporaties om de woningbouw te versnellen, zoals de woondeal uit 2019. Op basis hiervan heeft Veldhoven eind 2019 de Aanpak Woningbouwversnelling (WBV) vastgesteld. Hierbij zijn projecten geprioriteerd en is gewerkt aan het verkorten van de looptijd van het beoordelen van de woningbouwprojecten. Binnen 100 dagen wordt beoordeeld of een principeverzoek aan de uitgangspunten voldoet en of een woningbouwproject haalbaar is. Dit heeft geleid tot een versnelling van de woningbouw. De verlenging van dit proces (WBV2) is in gang gezet.
Met de gemeenten in de regio, de provincie en het Rijk is het Verstedelijkingsakkoord SGE (2022) en de Woondeal Zuidoost Brabant (2023) gesloten. De opgave in het wonen en de aansturing hierop via provincies en regio’s wordt bovendien nog vertaald in de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting. Een belangrijk aandachtspunt in die wet is de betaalbaarheid van de nieuwbouw. Het Rijk heeft daarvoor o.a. financiële middelen beschikbaar gesteld om publieke tekorten op te heffen via de Woningbouwimpuls. Er zal ook nog aanvullend instrumentarium van het Rijk volgen dat ten dienste van het volkshuisvestingsbeleid kan worden ingezet.
De nieuwbouwopgave vanuit de Woon(zorg)visie Veldhoven (vastgesteld in april 2023) is om tot 2032 zo’n 5.000 woningen toe te voegen. Ook richting 2040 wordt verdere groei verwacht. Daarbij wordt sterk gestuurd op de betaalbaarheid en toekomstbestendigheid van de woningen en de differentiatie van de woningvoorraad. Hoewel de prijzen op de woningmarkt momenteel iets dalen, liggen de kosten en prijzen voor nieuwbouw nog altijd hoog. In combinatie met de gestegen hypotheekrente betekent dit dat bepaalde groepen mensen minder verhuisbereid zijn of minder mogelijkheden hebben om een woning te kopen. Dit geldt echter vooralsnog niet voor alle groepen woningzoekenden, waardoor de vraag in de Brainport regio onverminderd hoog blijft. De haalbaarheid en betaalbaarheid van nieuwbouw staat echter wel onder druk. De momenteel wat gestegen hypotheekrentes doet overigens niets af aan de gemeentelijke en regionale woningbouwopgave.
In de Woon(zorg)visie 2023-2027 is een onderzoek opgenomen naar de mogelijkheden voor verevening over verschillende locaties. De behoefte aan verevening hangt samen met de doelstelling om gebiedsgerichte woningbouwprogramma’s toe te passen. Dus bv. in wijken met een hoog aandeel sociale huur of -koop en een lage draagkracht een andere verdeling in prijssegmenten en doelgroepen te hanteren, dan in wijken met hoge draagkracht en weinig sociale woningen. Om te voorkomen dat er onevenredig veel gevraagd wordt aan initiatiefnemers in bepaalde gebieden wordt de mogelijkheid van een vereveningssystematiek onderzocht, dat de financiële lasten van dergelijke ontwikkelingen spreidt. Ook de haalbaarheid van kleine projecten kan hierbij gebaat zijn.
2. Ontwikkeling bedrijventerreinen
De Brainportregio kent een sterke economische groei, waardoor ook de vraag naar bedrijfsgrond erg hoog is. Bijna alle bedrijfsgrond uit de regionale programmeringsafspraken uit 2021 is inmiddels verkocht of overtekend. Op de bedrijventerreinen zijn in de regio nauwelijks kavels meer beschikbaar. Ook op de bestaande regionale bedrijfsruimtemarkt is het aanbod op dit moment historisch laag. Dit creëert een hoge druk op de ruimte om bedrijven met een serieuze huisvestigingsvraag te kunnen faciliteren. De regio heeft samen met de gemeenten een integrale visie opgesteld met daaruit volgend en verdere intensivering van bestaande bedrijfslocaties en een nieuwe programmering van nieuwe of in ontwikkeling zijnde werklocaties.
3. Sociaal-maatschappelijke opgave
Maatschappelijke ontwikkelingen stellen de gemeente voor forse uitdagingen de komende jaren. Veldhovenaren worden steeds ouder en blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Mensen die zorg nodig hebben, wonen minder vaak in zorginstellingen. De effecten van de toenemende migratie, alsook de internationale vluchtelingencrisis vragen om oplossingen en de klimaatcrisis maakt doordachte investeringen voor de toekomst noodzakelijk. Een gezond evenwicht tussen groei en een goede kwaliteit van wonen en leven is van belang. Dit alles in het perspectief van een duurzaam en toekomstbestendig Veldhoven.
4. Schaalsprong
Samengevat is er in Veldhoven en in de regio sprake van een schaalsprong in de mate van verstedelijking. Door de groei van het bedrijfsleven is er een verwachte groei van het aantal inwoners, toename van het verkeer en meer behoefte aan voorzieningen en groen. Naast uitbreiding in de randen van Veldhoven (b.v. Zilverackers, Habraken en De Run) zal door een intensiever gebruik van de nog aanwezige ruimte (inbreiding) aan deze vraag moeten worden voldaan. Mede door deze verdichting ontstaat concurrentie om de beschikbare ruimte, zoals tussen wonen, bedrijven, klimaatadaptieve en aantrekkelijke buitenruimte en voorzieningen. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de maatschappelijke en sociale aspecten van de groei, een duurzame samenleving en de energietransitie.
5. Wettelijk kader
De Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden, biedt een kader voor onder andere nieuwe werkwijzen en instrumenten voor het gemeentelijk grondbeleid. Ook jurisprudentie van de afgelopen jaren, bijvoorbeeld het Didam arrest, beïnvloed het gemeentelijk grondbeleid.
De in de Kadernota Grondbeleid beschreven visie op het grondbeleid is dat de gemeente regie voert vanuit het perspectief op de grote opgaven waar ze voor aan de lat staat. Uitgangspunt hierbij is: faciliteren waar het kan en actief zijn waar het moet. Bij de realisering van de opgaven wordt op projectbasis beoordeeld welke instrumenten van het grondbeleid het beste kunnen worden toegepast. De drijfveer achter (de implementatie van) het grondbeleid is niet puur financieel maar vooral sociaal-maatschappelijk gedreven.
Parameters voor de grondexploitatie
Als onderdeel van een verantwoord financieel beleid worden twee maal per jaar de bouwgrondexploitaties geactualiseerd: bij de begroting en bij de jaarrekening. Nu zijn de parameters en de uitgangspunten bepaald die de basis zijn voor het maken van de berekeningen van de bouwgrondexploitaties voor de begroting 2025. De peildatum van deze parameters is 1 juni 2024. Voor de berekeningen wordt rekening gehouden met een relatief lange termijn. Onze plannen omvatten een looptijd van maximaal 10 jaar. Uitgangspunt van de berekeningen is een realistische kostenraming en een behoudende opbrengstraming, zodat risico’s in de ontwikkeling niet onevenredig worden doorgeschoven naar de toekomst.
Onze rekenrente volgt de marktrente. In de begroting 2025 wordt 1,6% op jaarbasis aangehouden.
Ten behoeve van de externe kosten- en opbrengststijging (zoals bijvoorbeeld inflatie) wordt in de berekeningen rekening gehouden met een kostenstijging van 3,0% in 2024 en 2,0% in 2025 en verder. Daarnaast is in de berekeningen uitgegaan van een opbrengstenstijging van 2,0% op jaarbasis. Indien er binnen grondexploitaties een afwijkende indexering of specifieke prijsafspraken zijn gemaakt worden deze aangehouden.
Beperken risico’s grondexploitatie
De risico’s van de grondexploitatie bepalen mede de hoogte van de gemeentelijke risicoreserve. Door de economische groei en het aantrekken van de woning- en bedrijvenmarkt zijn de risico’s in de grondexploitatie verminderd. De risico’s van de grondexploitatie worden voor een deel opgevangen in de betreffende grondexploitatie. Zowel bij woningbouw als bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen zijn regionaal afspraken gemaakt om risico´s te verkleinen. Door de verkopen van bouwrijpe grond in zowel Huysackers, het Kransackerdorp, als bij de bedrijventerreinen is er een daling van de totale boekwaarde van de grondexploitaties ingezet. De risico’s nemen hiermee eveneens af.
Didam Arrest
De overheid is, na de uitspraak van de Hoge Raad in het Didam arrest eind 2021, verplicht om mededingingsruimte te bieden bij de verkoop van haar percelen grond of andere onroerende zaken. Er moet ruimte geboden worden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar percelen grond of andere onroerende zaken indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop. Dit is anders dan voorheen, waarbij het gangbaar was dat overheden hun grond of andere onroerende zaken één-op-één verkochten of verhuurden. Door juristen wordt geadviseerd om het Didam arrest ook te betrekken bij verhuur en verpachting van grond of ander vastgoed. Het college heeft algemene systeemafspraken vastgesteld die aangegeven wat vanuit juridisch perspectief de gevolgen zijn van het Didam arrest. Ook is geïnventariseerd wat de gevolgen zijn van het Didam Arrest voor onderhandelingen die reeds vóór het arrest liepen. Per woningbouwproject is gekeken naar de status ervan en zijn alle relevante feiten en omstandigheden overwogen. Als we kunnen motiveren of de beoogde contractuele wederpartij redelijkerwijs als enige serieuze gegadigde is aan te merken hoeven we de onderhandelingen niet af te breken en wordt er in principe geen verdere vertraging opgelopen. In veel gevallen wordt de verkoop echter wel gepubliceerd waarbij belanghebbenden zich, binnen een bepaalde termijn, kunnen wenden tot de Voorzieningenrechter als zij van oordeel zijn dat zij in aanmerking komen voor de aankoop.