Voortgang activiteiten

Balans per 31 december 2023 en grondslagen

Voortgang activiteiten

Grondslagen

Terug naar navigatie - Grondslagen

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. 
De raad heeft in 2019 het financiële beleid vastgesteld dat van toepassing is op deze jaarrekening. De voorgestelde gedragslijn op financieel gebied is uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s: 
•    Activabeleid; 
•    Rentebeleid en –toerekening; 
•    Kostentoerekening; 
•    Reserves en voorzieningen. 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening 
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht. 
Indien er een materiele fout wordt geconstateerd zal deze retrospectief worden verwerkt en toegelicht.

Balanswaardering 

Immateriële vaste activa 

Immateriële vaste activa zijn uitgaven waar geen tastbare gemeentelijke bezittingen tegenover staan. Het BBV kent de volgende drie soorten immateriële activa: 

•    De kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio; 
•    De kosten van onderzoek en ontwikkeling.
•    Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
 
De kosten van het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio worden niet geactiveerd. De lasten worden volledig genomen in het jaar van sluiten van de lening. Agio is het bedrag dat de koers van een aandeel hoger is dan de nominale waarde van het aandeel. De nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat aangegeven of de formele waarde van het aandeel. Disagio is het bedrag dat de koers van een aandeel lager is dan de nominale waarde van het aandeel.
Een uitzondering hierop zijn de kosten die gemaakt worden voor het oversluiten van een geldlening. Door deze kosten te activeren worden de lasten verspreid over meerdere jaren. Hierdoor zal het jaarrekeningsaldo (incidentele last) geen belemmering vormen voor de overweging om een geldlening over te sluiten (structurele lasten). De afschrijvingstermijn wordt dan ten hoogste gelijk aan de looptijd van de nieuw afgesloten lening.

Voor investeringen waarbij het op voorhand nog niet vaststaat dat deze een meerjarig nut zullen hebben is het mogelijk om een voorbereidingsinvestering aan te vragen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van een groot project. De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor deze investering mogen onder bepaalde voorwaarden worden geactiveerd. Deze voorwaarden luiden:

•    Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen;
•    De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast;
•    Het actief zal in de toekomst economisch nut of maatschappelijk nut genereren;
•    De uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen kunnen betrouwbaar worden vastgesteld.

Als het project uiteindelijk tot stand komt, worden de voorbereidingskosten in vijf jaar afgeschreven. Wordt besloten het project niet uit te voeren, dan moeten de uitgaven in één keer ten laste van de exploitatie worden gebracht.

Voor het activeren van bijdragen aan activa in eigendom van derden moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

•    Er moet sprake zijn van een investering door een derde;
•    De investering draagt bij aan de publieke taak;
•    De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen;
•    De bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente kan (mede)eigenaar worden van de investering.

Voor Bijdragen aan activa in eigendom van derden is het van belang dat e.e.a. contractueel geregeld is met de betreffende derde. Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan of wanneer e.e.a. niet contractueel is vastgelegd, moeten bijdragen aan activa in eigendom van derden rechtstreeks in de exploitatie worden verantwoord.
Voorbeelden van activa in eigendom van derden zijn de bekostiging van de eerste inrichting (meubilair) in het primair onderwijs en een investeringsbijdrage voor een clubhuis. De volgende overwegingen spelen een rol bij het bepalen of activeren gewenst is. 
•    De gemeente zelf ondervindt geen baten van de investering en beschikt economisch niet over het actief. Hierdoor draagt het activeren van deze bijdragen niet bij aan het juiste inzicht in de vermogenspositie van de gemeente; 
•    Echter, het activeren zorgt ervoor dat grote verschuivingen in de baten en lasten van de gemeente worden voorkomen bij omvangrijke investeringsbedragen. 
Als uitgangspunt worden de bijdragen in activa van derden niet geactiveerd. Slechts in het geval van bijzondere projecten met grote bedragen kan hier bij raadsbesluit van worden afgeweken. De afschrijvingsduur is dan maximaal gelijk aan die van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt.

Materiële vaste activa 
Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. 
Het BBV deelt de materiële activa als volgt in:  
•    Investeringen met economisch nut 
•    Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 
•    Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut 

Investeringen met economisch nut zijn verhandelbaar en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Dat een gemeente ervoor kan kiezen ergens geen of geen kostendekkend tarief voor te heffen is niet relevant voor de vraag of een actief een economisch nut heeft. Een vergelijkbare redenering geldt voor de verhandelbaarheid. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent bijvoorbeeld dat alle gebouwen een economisch nut hebben, er is immers een markt voor gebouwen.

Investeringen met een economisch nut moeten verplicht geactiveerd worden. 
Hier zijn twee uitzonderingen op. Ten eerste de kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde die niet bestemd zijn voor verkoop of uitleen tegen vergoeding. Vanuit de BBV is het niet toegestaan deze te activeren. Ten tweede de kosten van eerste aanleg bij uitbreidingsinvesteringen in het rioolstelsel, die volledig gedekt worden uit de verkregen grondprijzen van een grondexploitatie.

Voor een aantal investeringen met economisch nut kan een heffing worden geheven ter bestrijding van de kosten. Voor deze investeringen is met ingang van het jaar 2014, een afzonderlijke rubriek binnen de materiële vaste activa gemaakt. Onder deze rubriek vallen onder meer investeringen ten behoeve van de riolering, ten behoeve van het ophalen van huisvuil (afvalstoffen) en die inzake de gemeentelijke begraafplaats(en). Ter bestrijding van deze kosten kan een heffing worden geheven in de vorm van rioolheffing, afvalstoffenheffing en begraafrechten.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn niet verhandelbaar en/of kunnen niet bijdragen aan het genereren van middelen.
Voorbeelden van dergelijke activa zijn o.a. wegen, bruggen, openbare verlichting, parken en overig groen. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut moeten met ingang van begrotingsjaar 2017 worden geactiveerd.

Afschrijvingen 
Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Als grond wordt gebruikt om bijvoorbeeld een weg, rotonde of fietspad op aan te leggen, dan wordt deze grond onlosmakelijk van de investering gezien en wordt als één geheel geactiveerd en afgeschreven in dezelfde periode als de betreffende investering in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Op gronden die niet onlosmakelijk zijn verbonden met een investering maatschappelijk nut, zoals openbaar groen, wordt niet afgeschreven.
De duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Duurzame waardevermindering kan zich o.a. voordoen bij wijziging in de bestemming en functie van activa, buitengebruikstelling en verkoop van het vast actief.

De volgende afschrijvingstermijnen in jaren gelden: 

Gronden en terreinen economisch nut  n.v.t. 
Gronden en terreinen maatschappelijk nut zelfde als investering 
Woonruimten 45
Bedrijfsgebouwen 45
Verbouwingen en renovaties  20
Vervoermiddelen  7-10
Riolering (aanleg, bouwkundig, elektromechanisch en gemalen)  45-70
Machines, apparaten en installaties  5-30
Overige materiële vaste activa waaronder inventarissen  5-15
Automatisering 5-10
Wegen 40
Verblijfsgebied 50
Verlichting 22-45
Speelvoorzieningen 18
VRI 18
Beplanting 30
Gras 45
Meubilair 20
Bomen 60


In erfpacht uitgegeven gronden 

In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden tegen registratiewaarde gewaardeerd, omdat het economische eigendom niet meer bij de erfverpachter berust.

Financiële vaste activa 
Het BBV kent de volgende te activeren financiële vaste activa:
•    Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen;
•    Leningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen;
•    Overige langlopende leningen;
•    Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;
•    Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;
•    Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Tenzij anders is vermeld, zijn de financiële vaste activa gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. 
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. 

Vlottende activa 

Voorraden 
De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt gekozen voor het treffen van een verliesvoorziening. Deze wordt verantwoord als een waardecorrectie naar analogie van de voorziening voor dubieuze debiteuren. De overige voorraden worden gewaardeerd tegen historische kosten (vervaardiging- of verkrijgingprijs). Indien de marktwaarde duurzaam lager is, dan wordt tegen marktwaarde gewaardeerd. 
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden op de verkregen verkoopopbrengsten ten volle de vervaardigingskosten in mindering gebracht. 

Overige gronden (verspreid liggende percelen) zijn percelen die in het verleden zijn gekocht ten behoeve van de gemeentelijke grondexploitatie en die niet meer hieraan worden toegerekend. Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de grond- en hulpstoffen tegen deze lagere marktwaarde gewaardeerd. 

Uitzettingen (looptijd korter dan één jaar) 
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Op basis van ervaringen uit het verleden wordt ingeschat welk percentage uiteindelijk afgeboekt moet worden. Ook worden de individuele debiteuren doorlopen om te bepalen of hier relevante dubieuze debiteuren tussen staan. 

Voor de naleving van de wettelijke regelgeving omtrent het Schatkistbankieren wordt verwezen naar de toelichting op de balans. 

Liquide middelen overlopende activa 
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. 

Eigen vermogen 

In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. 

Algemene reserve 
•    Benoemde risico’s volgens de risico-inventarisatie (benodigde weerstandscapaciteit). 
•    Onbenoemde risico’s (extra buffer vanuit het oogpunt van voorzichtigheid). 
•    Vrije reserves. 

Bestemmingsreserve 
•    Dekkingsreserve waaruit meerjarig onttrekkingen ten gunste van de exploitatie plaatsvinden ter dekking van afschrijvingslasten en/of overige kosten. 
•    Reserve vervangingsinvesteringen. 
•    Doelreserve nieuw beleid/investeringen. 

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV) is een voorziening slechts toegestaan indien sprake is van te kwantificeren verplichtingen of risico's. Elke voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of risico. Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Steeds opnieuw zal op het moment van het opstellen van de begroting en de jaarrekening moeten worden nagegaan of dergelijke voorzieningen moeten worden getroffen, aangepast of dat deze vrij kunnen vallen.  De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op de meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarbij rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die terzake geformuleerd zijn. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” die is opgenomen in voorliggende jaarrekening is het beleid terzake nader uiteengezet. 

Vaste schulden 

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.  Verplichting voortvloeiende uit leasing 
De waardering van de verplichting uit hoofde van de financial leasing van de vervoermiddelen vindt plaats tegen de contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen. 

Vlottende passiva 

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 

Borg- en Garantstellingen 

Bij borgstellingen wordt een waarborg voor een bepaald bedrag verleend. Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling het bedrag opgenomen van de borg- en garantstellingen. In de toelichting op de balans wordt een specificatie gegeven van de aard van de geldleningen. 

Resultaatbepaling 

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen, voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s, die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. 
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt, conform de voorschriften volgens BBV 2004. 
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. 
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.

Rechtmatigheid

Het college en raad hebben eenduidige afspraken gemaakt over de wijze waarop rechtmatigheid benaderd wordt. Deze afspraken zijn vastgelegd in de financiële verordening en het normenkader.

Balans activa

Terug naar navigatie - Balans activa

De balans wordt weergegeven voor bestemming resultaat. 

Balans per 31 december 2023
(bedragen X € 1.000)
ACTIVA Ultimo 2023 Ultimo 2022
Vaste activa
Immateriële vaste activa 371 1.026
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen 0 0
Kosten van onderzoek en ontwikkeling 3 626
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 368 400
Materiële vaste activa 168.109 151.616
Investeringen economisch nut waarvoor ter bestrijding
van de kosten een heffing kan worden geheven 18.202 16.629
Overige investeringen met een economisch nut 113.852 105.043
Investeringen in de openbare ruimte met een 36.018 29.907
maatschappelijk nut
Erfpacht 37 37
Financiële vaste activa 3.712 3.016
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 175 175
Leningen aan:
- woningbouwcorporaties 0 0
- overige verbonden partijen 0 0
Overige langlopende leningen u/g 3.529 2.833
Overige uitzettingen (looptijd van = 1 jaar) 8 8
Totaal vaste activa 172.192 155.658
Vlottende activa
Voorraden 55.445 62.409
Grond- en hulpstoffen:
- niet in exploitatie genomen bouwgronden 0 0
- overige grond- en hulpstoffen 228 228
Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie 55.217 62.181
Uitzettingen (looptijd korter dan één jaar) 6.117 34.007
Vorderingen op openbare lichamen 4.177 30.537
Rekening-courantverhoudingen Rijk 0 0
Overige Vorderingen 1.940 3.470
Liquide middelen 33 9.630
Kassaldi 33 3
Banksaldi 0 9.627
Overlopende activa 31.974 8.071
Nog te ontvangen voorschotbedragen van het Rijk 13.402 539
Nog te ontvangen voorschotbedragen overheidslichamen 6.367 1.042
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen 12.205 6.490
Totaal vlottende activa 93.569 114.117
TOTAAL ACTIVA 265.761 269.775
Totaalbedrag waarvan het recht bestaat op verliescompensatie VPB 12.659 9.088
Totaalbedrag niet aftrekbare rente waarvoor het recht bestaat om dit later
ten lastte van het resultaat te brengen (generieke rente aftrekbeperking VPB) 41 54

Balans passiva

Terug naar navigatie - Balans passiva
Balans per 31 december 2023
(bedragen X € 1.000)
PASSIVA Ultimo 2023 Ultimo 2022
Vaste passiva
Eigen vermogen 80.127 76.254
Algemene reserve 53.435 47.021
Bestemmingsreserves 23.555 21.801
Gerealiseerd resultaat 3.137 7.432
Voorzieningen 19.486 20.246
Voorzieningen 19.486 20.246
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 129.808 129.560
één jaar of langer
Onderhandse leningen van:
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen 129.808 129.560
- overige sectoren 0 0
Totaal vaste passiva 229.421 226.060
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rente typische 16.289 11.058
looptijd korter dan één jaar
Kasgeldlening aangegaan bij openbare lichamen 0 0
Overige kasgeldleningen 0 0
Banksaldi 119 0
Overige schulden 16.170 11.058
Overlopende passiva 20.051 32.657
Nog te betalen bedragen 13.223 11.563
De van EU en NL overheidslichamen ontvangen voorschot-
bedragen voor specifieke uitkeringen 4.648 18.971
Overige vooruit ontvangen bedragen 2.180 2.123
Totaal vlottende passiva 36.340 43.715
TOTAAL PASSIVA 265.761 269.775
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen
of garantstellingen zijn verstrekt 140.679 128.024

Toelichting op de balans

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans

De in deze toelichting opgenomen bedragen in de financiële verloopoverzichten moeten worden gelezen als x € 1.000.

ACTIVA

Vaste activa
Vaste activa wordt onderverdeeld in drie soorten, te weten immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa. Hieronder wordt het verloop voor 2023 weergegeven. Investeringen worden afgeschreven conform de lineaire afschrijvingsmethodiek. Voor een toelichting op de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar de paragraaf 'Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling'. Voor de jaarrekening worden de vaste activa beoordeeld op (bijzondere) waardeverminderingen.

Immateriële vaste activa
De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Kosten verbonden aan het sluiten geldleningen 0 0
Kosten onderzoek en ontwikkeling 3 626
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 368 400
Totaal 371 1.026

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2023:

Boekwaarde 1/1/23 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31/12/23
Kosten verbonden aan het
sluiten van geldleningen 0 0 0 0 0 0 0
Kosten van onderzoek en
ontwikkeling 626 -665 0 8 -50 0 3
Bijdragen activa in eigendom van derden 400 0 0 32 0 0 368
Totaal 1.026 -665 0 40 -50 0 371

 

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Investeringen economisch nut waarvoor ter bestrijding van de
kosten een heffing kan worden geheven 18.202 16.629
Overige investeringen met een economisch nut 113.852 105.043
Investeringen in de openbare ruimte met een
maatschappelijk nut 36.018 29.907
Erfpacht 37 37
Totaal 168.109 151.616

 

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (riolering, afval en begraafplaats) weer:

Boekwaarde 1/1/23 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31/12/23
Gronden en terreinen (afval) 725 0 0 0 0 0 725
Woonruimten 0 0 0 0 0 0 0
Gebouwen (begraafplaats) 44 0 0 6 0 0 38
Gebouwen (afval) 1.216 0 0 36 0 0 1.179
Grond-, weg- en waterbouw-
kundige werken (riool) 14.063 4.237 4 365 2.244 0 15.686
Vervoermiddelen 0 0 0 0 0 0 0
Machines, apparaten en
installaties (afval) 220 0 0 21 0 0 199
Overige vaste activa (begraafplaats) 71 0 0 3 0 0 68
Overige vaste activa (afval) 291 46 0 30 0 0 308
Totaal 16.629 4.283 4 461 2.244 0 18.202

 

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer:

Boekwaarde 1/1/23 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31/12/23
Gronden en terreinen 16.669 1.510 97 141 21 0 17.919
Woonruimten 1.567 163 0 86 0 0 1.644
Gebouwen 68.999 11.151 12 2.515 0 0 77.624
Grond-, weg- en
waterbouwkundige werken 5.982 22 0 399 0 0 5.605
Vervoermiddelen 300 61 0 73 0 0 288
Machines, apparaten en
installaties 5.752 165 0 360 29 95 5.433
Ov. materiële vaste activa 5.773 22 0 456 0 0 5.339
Totaal 105.042 13.094 109 4.030 50 95 113.852

Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.

Voor de dekking van afschrijvingslasten zijn de volgende dekkingsreserves aanwezig: Uitkering HNG, Bevorderen energielabel, Kempen Campus, Basis op orde en Primair onderwijs.

De in het boekjaar gedane investeringen met economisch nut staan in onderstaand overzicht vermeld.

Omschrijving Bedrag
Zilverackers nieuwbouw onderwijs 9.378
Zilverackers gymnastieklokaal 1.628
Zilverackers grond onderwijs 1.389
Riolering slowlane 1.270
Groen Blauwe Zone Heerbaan en Rundgraaf 921
Vervanging riool De Run 1000 778
Vervanging riool Oude Kerkstraat 308
Vervanging riolering Oude Kerkstraat 280
Verblijfsgebied Look riool fase 3 en 4 219
Calamiteit Riool Heerbaan-Cobbeek 166
Vervangingsinvestering binnensport 2023 165
Kempenbaan West: verkoop Moormanlaan 6 163
Uitbreiding muziekschool 87
Investeringen atletiekbaan 2023 82
Verblijfsgebied 't Look (totale riolering) fase 3 Midden 68
Vervanging dienstvoertuig H&T 61
Overige per saldo 414
Totaal 17.376

Voor de relatie met het beschikbaar gestelde krediet verwijzen wij naar het cijfermatige overzicht per programma.


De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut had het volgende verloop:

Boekwaarde 1/1/23 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31/12/23
Gronden en terreinen 0 0 0 0 0 0 0
Grond-, weg- en
waterbouwkundige werken 29.501 29.546 3 405 23.003 0 35.636
Machines, apparaten en
installaties 406 39 15 21 27 0 381
Totaal 29.907 29.585 18 426 23.030 0 36.018

Onder bijdragen van derden zijn die bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief. 

Met ingang van begrotingsjaar 2017 is het verplicht om investeringen met maatschappelijk nut te activeren. In de jaren voor 2017 waren er geen activa die geactiveerd zijn. Investeringen met maatschappelijk nut mogen niet meer in één keer als last worden genomen in de exploitatie. Dit betekent dat afschrijving moet plaatsvinden over de gebruiksduur en dat reserves niet meer direct in mindering op de investering mogen worden gebracht. Ook de verdere behandeling van de activering is gelijk getrokken aan een actief met een economisch nut. 

Voor toekomstige investeringsuitgaven van investeringen met maatschappelijk nut kunnen middelen worden gereserveerd, zodat op het moment van vervanging geen sprong in het lastenniveau wordt gemaakt. Voor de toekomstige vervanging wordt dan een vervangingsreserve gevormd. De volgende vervangingsreserves zijn aanwezig: 
openbare verlichting, groen en vri’s. In deze vervangingsreserves wordt een jaarlijks constant bedrag gespaard voor de toekomstige investeringen en de jaarlijkse afschrijvingslasten van reeds afgeronde investeringen worden hieruit gedekt.

De in het boekjaar gedane investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut staan in onderstaand overzicht vermeld.

Omschrijving Bedrag
Reconstr. Kempenbaan A2 (BNR) 23.397
Kempenbaan West: aanleg verharding/viaduct/kabels 1.574
Inprikker Slowlane (fiets) 1.452
Vervangingsinvestering beplanting 2023 499
Vervangingsinvesteringen bomen 2023 442
Herinrichting Oude Kerkstraat 440
Vervangingsinvesteringen armaturen 2023 232
Vervanging wegen: riolering Oude Kerkstr 201
Vervangingsinv. speeltoestellen 2023 180
Aansluiting Peter zuidlaan Julianastraat 174
Verblijfsgebied 't Look fase 3 123
Buitenruimte Huysackers 93
Vervanging weg: stille deklaag Heerbaan 91
Vervangingsinvestering omvorming 2023 86
Vervangingsinvestering meubilair 2023 74
Vervanging brug Runstraat 67
Kempenbaan West: openbaar groen/natuur 63
Vervangingsinvesteringen masten 2023 61
Gebiedsimpuls grenscorridor 57
Overige per saldo 278
Totaal 29.585

De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd. Er heeft geen afkoop van eeuwigdurende erfpacht plaatsgevonden.

Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2023 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

Boekwaarde 1/1/23 Investeringen Desinvesteringen Aflossingen afschrijvingen Boekwaarde 31/12/23
Kapitaalverstrekkingen aan:
- deelnemingen 175 0 0 0 175
- gemeenschappelijke regelingen 0 0 0 0 0
- overige verbonden partijen 0 0 0 0 0
Leningen aan:
- openbare lichamen 0 0 0 0 0
- woningbouwcorporaties 0 0 0 0 0
- deelnemingen 0 0 0 0 0
- overige verbonden partijen 0 0 0 0 0
Overige langlopende leningen u/g 2.833 970 0 273 3.529
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd van = 1 jaar 0 0 0 0 0
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een looptijd = 1 jaar 0 0 0 0 0
Overige uitzettingen (looptijd = 1 jaar) 8 0 0 0 8
Totaal 3.016 970 0 273 3.712

De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen bestaan uit:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Deelname Brabant Water 4 4
Aandelen BNG 80 80
Aandelen Brainport Development NV 92 92
Totaal 175 175

De overige langlopende leningen bestaan uit:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Lening LED-verlichting sportpark Zeelst 28 30
Lening LED-verlichting sportpark VLTC 26 30
Starterslening 1e woning aankopen 1.956 1.362
Stimuleringslening aankoop woningen 1.312 1.157
Leningen u/g: startersleningen 207 253
Totaal 3.529 2.832

De overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar bestaan uit:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Diverse obligaties 8 8
Totaal 8 8

Vlottende activa


Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar:
Niet in exploitatie genomen bouwgronden 0 0
Overige grond- en hulpstoffen 228 228
Sub-totaal 228 228
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 55.217 62.181
Gereed product en handelsgoederen 0 0
Vooruitbetalingen 0 0
Sub-totaal 55.217 62.181
Totaal 55.445 62.409

Van de overige grond- en hulpstoffen kan van het verloop in 2023 het volgende overzicht worden weergegeven:

Boekwaarde 1/1/23 Afboeking Investeringen Inkomsten Winstuitname Boekwaarde 31/12/23 Voorziening verlieslatend complex Balans waarde 31/12/23
Overige grond- en hulpstoffen
Verspreid liggende percelen 228 0 0 0 0 228 0 228
Totaal 228 0 0 0 0 228 0 228

Van de in exploitatiegenomen gronden (IEG) kan van het verloop in 2023 het volgende overzicht worden weergegeven:

Boekwaarde 1/1/23 Afboe king Inves teringen Inkom sten Winst uitname Boekwaarde 31/12/23 Voorziening verlieslatend complex Balans waarde 31/12/23
In exploitatiegenomen gronden (IEG)
Habraken fases I-IIa-IIb 9.784 0 426 -3.819 1.500 7.891 7.891
Habraken fases III-IV-V 13.838 0 568 -2.844 0 11.562 11.562
Slot-oost 3.373 0 104 0 0 3.477 3.477
Noordrand Meerstraat 139 0 4 -247 104 0 0
Noordrand Zandven -141 0 111 -626 240 -415 -415
Springplank 710 0 137 0 0 846 846
Zilverackers, De Drie Dorpen 34.672 0 10.579 -10.806 0 34.445 -1.823 32.622
Djept 0 0 1.275 -932 0 344 344
Gansepoel 0 0 498 -1.698 90 -1.111 -1.111
Totaal 62.376 0 13.701 -20.971 1.934 57.039 -1.823 55.217
Verwachting complexen met kostprijscalculatie (incl. inflatie):
Nog te maken kosten 76.055
Nog te verwachten opbrengsten 146.934
Verwacht exploitatie-resultaat (-/- is voordelig) -15.662

Het herzien van de diverse bouwgrondexploitaties betekent dat de ramingen en/of planningen zijn aangepast ten opzichte van de berekeningen van de begroting 2023. Een grondslag hiervoor ligt in een gewijzigd ruimtegebruik of een aangepaste planning van gronduitgifte als gevolg van de gewijzigde marktvraag. Ten behoeve van de bouwgrondexploitaties van de jaarrekening 2023 is rekening gehouden met de woningbouwplanning en bedrijfskavelplanning.

Parameters

De parameters vormen input voor de berekeningen bij de jaarrekening 2023. Alle bouwgrondexploitaties gaan uit van de netto contante waarde per 01-01-2024. De hierbij gehanteerde parameters zijn:
•    Rente 1,6% op jaarbasis;
•    Disconteringsvoet 2,0% (op basis van ECB en BBV-regelgeving);
•    Kostenstijging op jaarbasis o.b.v. Metafoor:
       in 2024 3%, daarna 2,0%;
•    Opbrengstenstijging op jaarbasis o.b.v. Metafoor en STEC:
       Bij woningbouw 2,0%  
       Bij bedrijventerreinen gezien beleid 0%.
•    De tussentijdse winstneming geschiedt in overeenstemming met de POC methode.

Uiteraard betreft dit een inschatting die periodiek wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden. De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf Grondbeleid en de paragraaf Weerstandsvermogen in het jaarverslag. 

Om inzicht te verkrijgen in de aannames en de bandbreedtes van de eindwaarden zijn er enkele scenario’s doorgerekend met aangepaste parameters. Er is een scenario berekend voor rente, opbrengstenindexering, kostenindexering en een combinatie van rente en opbrengstenindexering, allen gebaseerd op de resultaten van de bouwgrondexploitaties bij de jaarrekening 2023. Het resultaat van de jaarrekening 2023 bedraagt op eindwaarde € 264 positief (en daarnaast in totaal € 12.395 aan winstnemingen).

Indien de rente van alle BGE’s met 1,0% toeneemt (van 1,6% naar 2,6%), dan bedraagt het eindsaldo € 673 negatief (en in totaal € 31.925 aan winstnemingen). Conclusie is dat de som van alle BGE’s door de winstnemingen positief blijft. 
Indien de opbrengststijging van alle BGE’s 0,0% bedraagt over de gehele looptijd, dan bedraagt het eindsaldo € 3.169 negatief (en in totaal € 31.925 aan winstnemingen). De conclusie is dat de som van alle BGE’s door de winstnemingen positief blijft. 
Indien de kostenstijging van alle BGE’s met 1,0% toeneemt, dan bedraagt het eindsaldo € 1.658 negatief (en in totaal € 31.925 aan winstnemingen). De conclusie is dat de som van alle BGE’s door de winstnemingen positief blijft. 
Indien het rentescenario en het opbrengstenscenario gecombineerd worden dan bedraagt het eindsaldo € 4.194 negatief (en in totaal € 31.925 aan winstnemingen). De conclusie is daarmee dat de som van alle BGE’s door de winstnemingen positief blijft. 
Het grootste effect heeft het gecombineerde rente en opbrengstenstijgingsscenario. En dan specifiek het opbrengstenscenario. Dit komt omdat de gemeente in totaal nog € 127.701 aan opbrengsten verwacht. Van die verwachte opbrengsten komt circa driekwart uit verkopen van woningbouwterreinen en een kwart uit verkopen van bedrijventerreinen.
 
De gemeente heeft conform raadsbeleid een risicoanalyse opgesteld voor het plan Habraken. Zoals gangbaar, zijn de risico’s voor dit project geïnventariseerd, en afgezet tegen de verwachte contante waarde (het resultaat). Uit de inventarisatie kwamen verschillende risico’s naar voren. Zo speelt een planologisch risico, een stikstof risico en een vertragingsrisico door congestie op het elektriciteitsnet en het Didam arrest. Ook is voorzichtigheidshalve een risico opgenomen voor het mogelijk aantreffen van PFAS in het gebied. Het standpunt van de gemeente is dat alle bovengenoemde risico’s in de huidige BGE-berekening voldoende zijn opgenomen.

Voor het project Habraken kan gezien de lange looptijd sprake zijn van een balanswaarderingsrisico. Dit is het risico dat, gezien de toekomstige verkoopopbrengsten, de huidige boekwaarde van de gronden te hoog is.
Voor Habraken zijn reeds eerder de volgende beheersmaatregelen getroffen om de risico’s te beperken:
1.    De plancapaciteit is in regionaal verband teruggebracht;
2.    Actieve en snelle verkoop van kavels modern gemengd is gerealiseerd;
3.    Een deel van het plangebied wordt ontwikkeld als een bedrijventerrein voor circulaire bedrijvigheid;
4.    Vanwege de sterk toegenomen vraag naar bedrijventerrein is in de regio, bespreekbaar gemaakt om de plancapaciteit weer op te voeren.

De gemeente heeft tevens conform raadsbeleid een risicoanalyse opgesteld voor het plan Zilverackers. Zoals gangbaar, zijn de risico’s voor dit project geïnventariseerd, en afgezet tegen de verwachte contante waarde (het resultaat). Uit de inventarisatie kwam een planologisch(ook stikstof)-, een afzetrisico, en, omdat er een nieuw bestemmingsplan is opgesteld, een planschaderisico. Op basis van de resultaten van verschillende recente bodemonderzoeken is er geen reden om aan te nemen dat PFAS in het gebied een probleem zal vormen. Het standpunt van de gemeente is dat het planschaderisico in de huidige BGE-berekening voldoende is opgenomen. Voor de overige risico’s wordt een bedrag van € 827 opgenomen in de risicoparagraaf.

Om dit risico voor Zilverackers te beperken zijn de volgende beheersmaatregelen getroffen:
1.    De gemeente geeft, vanwege de huidige behoefte vanuit de markt en risicobeheersing, zowel voor projectmatige bouw als voor particuliere kavels versneld grond uit. Het projectmatige deel van Huysackers is inmiddels verkocht en de eerste bouwrijpe gronden in Bosakker gehucht en De Erven aan een projectontwikkelaar. De overige te ontwikkelen gronden worden zo snel mogelijk verkocht. Op dit moment lopen hiervoor de gesprekken over deelgebied Gehucht Zuid en Villapark in het bos. Daarna resteren de nog uit te geven deelgebieden Gehucht Noord, Het Klooster, Bosgehucht, Wonen in de Natuur en De Landschappelijke Erven.
2.    Regionale afspraken met betrekking tot woningbouwaantallen en de kwaliteit van de woningbouwlocaties bieden voldoende zekerheid over de gemeentelijke gronduitgifte;
3.    Momenteel wordt kritisch gekeken naar de kostenramingen, en wordt bekeken op welke onderdelen nog kostenbesparingen zijn te realiseren.
4.    De plannen van Zilverackers zijn ruimtelijk flexibel van opzet en kunnen bijgesteld worden.


Uitzettingen (looptijd korter dan één jaar)
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Soort vordering Saldo 31/12/23 Voorziening oninbaarheid Gecorrigeerd saldo 31/12/23 Gecorrigeerd saldo 31/12/22
Vorderingen op openbare lichamen 4.177 4.177 30.537
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen 0 0 0
Overige verstrekte kasgeldleningen 0 0 0
Uitzettingen 's Rijks schatkist <1 jaar 0 0 0
Rekening-courantverhoudingen Rijk 0 0 0
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 0 0 0
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier < 1 jaar 0 0 0
Overige vorderingen 2.620 680 1.940 3.470
Overige uitzettingen 0 0 0
Totaal 6.797 680 6.117 34.007

De voorziening voor oninbaarheid bestaat uit de onderdelen dubieuze debiteuren WIZ, dubieuze belastingdebiteuren en dubieuze debiteuren algemeen.

Liquide middelen

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Kassaldi 33 3
Banksaldi 0 9.627
Totaal 33 9.630

Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Nog te ontvangen voorschotbedragen van het Rijk 13.402 539
Nog te ontvangen voorschotbedragen van overheidslichamen 6.367 1.042
Overige nog te ontvangen bedragen 7.087 1.864
Rekening courant Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVN) 460 569
Vooruitbetaalde bedragen 4.659 4.057
Totaal 31.974 8.071

De in de balans opgenomen nog te ontvangen voorschotbedragen van overheidslichamen, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Soort vordering Saldo 1/1/2023 Toevoegingen Ontvangen Bedragen Saldo 31/12/2023
Kempenbaan West (NL overig) 149 2.001 0 2.150
Maatregelenpakket de Run (NL overig) 893 824 0 1.717
Kempenbaan MRE (NL overig) 0 2.500 0 2.500
Totaal 1.042 5.325 0 6.367

Niet uit de balans blijkende rechten

Vennootschapsbelasting
Het bedrag waarvan het recht bestaat op verliescompensatie krachtens de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 is als volgt te specificeren:

 

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022 Verrekenbaar t/m
Verliescompensatie VPB 12.659 9.088 Onbeperkt
Niet aftrekbare rente 41 54 Onbeperkt
Totaal 12.700 9.142

Verliezen uit boekjaren die beginnen op 1 januari 2013 of later, zijn op basis van de nieuwe verliesverrekeningsregels die gelden per 
1 januari 2022 en het daarbij behorende overgangsrecht onbeperkt voorwaarts in de tijd verrekenbaar.
Daarnaast wordt met de nieuwe verliesverrekeningsregels ook een beperking ingevoerd (op de ultimo 2021 nog niet verrekende verliezen)
die inhoudt dat verliezen slechts tot een bedrag van € 1.000 volledig verrekenbaar zijn bij de aanwezigheid van voldoende winst.
Voor zover een verlies het bedrag van € 1.000 overstijgt, vindt slechts verrekening plaats tot een bedrag van € 1.000 vermeerderd
met 50% winst nadat die winst is verminderd met € 1.000. 

Vanaf 1 januari 2019 geldt in het kader van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 de generieke rente-aftrekbeperking.
Deze aftrekbeperking is van toepassing op alle boekjaren die aanvangen na 1 januari 2019. De hoofdregel luidt dat bij het bepalen van de
fiscale winst vanaf 2019 het saldo aan renten niet in aftrek komt voor zover dit meer bedraagt dan:
1. 20% van de gecorrigeerde winst; of
2. de drempel van € 1.000
De hoogste van beide bedragen is van toepassing. 
Kortgezegd betekent dit dat de rente-aftrekcapaciteit 20% van de gecorrigeerde winst is met een minimum van € 1.000
Als een gedeelte van de rente in enig jaar niet in aftrek kan worden gebracht kan dit worden voort gewenteld naar een volgend jaar. Indien in een volgend jaar de berekende rente-aftrekcapaciteit niet volledig wordt benut, kan deze dan alsnog ten laste van het resultaat worden gebracht. De rente die nog verrekend kan worden in toekomstige jaren bedraagt ultimo 2023 € 41.

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

Vaste Passiva

Eigen vermogen
Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Algemene reserve 53.435 47.021
Bestemmingsreserves 23.555 21.801
Gerealiseerd resultaat 3.137 7.432
Totaal 80.127 76.254

Het verloop in 2023 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. 

Reserves Saldo 31/12/2022 Resultaat 2021 Toevoeging Onttrekking Dekking afschrijvingen Saldo 31/12/2023
Gerealiseerd resultaat 7.431 0 3.137 7.431 0 3.137
Totaal Gerealiseerd resultaat 7.431 0 3.137 7.431 0 3.137
Risicoreserve (benoemde risico's) 4.309 0 0 175 0 4.134
Risicoreserve (onbenoemde risico's) 10.000 0 0 0 0 10.000
Vrije reserve 32.712 0 9.365 2.775 0 39.301
Totaal algemene reserve 47.021 0 9.365 2.951 0 53.435
Dekkingsreserve primair onderwijs 8.000 0 0 0 450 7.550
Dekkingsreserve bevordering energielabel 551 0 0 0 52 498
Dekkingsreserve Kempen Campus 1.862 0 0 0 117 1.745
Vervangingsreserve openbare verlichting 4.347 0 224 0 74 4.497
Vervangingsreserve openbaar groen 5.055 0 640 0 119 5.575
Vervangingsreserve VRI 1.276 0 62 0 14 1.324
Doelreserve stimuleringsfonds Brainport 274 0 0 9 0 266
Doelres. energietransitie gebouwde omgev.2023-2026 0 0 1.654 0 0 1.654
Dekkingsreserve tijdelijke huisvestingslocaties 279 0 0 -9 0 288
Afbouw BGE complexen 157 0 0 0 0 157
Totaal bestemmingsreserves 21.801 0 2.580 -1 827 23.555
Totaal Reserves 68.821 0 11.945 2.950 827 76.990
Totaal Eigen Vermogen 76.253 0 15.083 10.381 827 80.127

De algemene reserves zijn ingedeeld in de volgende categorieën:
1)    Risicoreserve benoemde risico’s. Dit zijn benoemde risico’s volgens de risico-inventarisatie (benodigde weerstandscapaciteit).
2)    Risicoreserve onbenoemde risico’s. Dit zijn onbenoemde risico’s en dient als extra buffer vanuit het oogpunt van voorzichtigheid.
3)    Vrije reserve. 

De bestemmingsreserves zijn ingedeeld in de volgende categorieën:
1)    Dekkingsreserve waaruit meerjarig onttrekkingen ten gunste van de exploitatie plaatsvinden ter dekking van afschrijvingslasten en/of overige kosten.
2)    Reserve vervangingsinvesteringen.
3)    Doelreserve nieuw beleid/investeringen. 

Risicoreserve (benoemde risico's)
Het verloop van de Risicoreserve (benoemde risico's) in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 4.309
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
0
0 +
2 Onttrekking u.h.v. resultaatbestemming
Risico Attero 175
175 -
Stand per 31-12-2023 4.134

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de begroting wordt een uiteenzetting van specifieke en algemene risico’s gepresenteerd. Door risicomanagement kunnen de negatieve effecten worden geminimaliseerd of voorkomen. Voor de ongedekte risico’s dient een risicoreserve te worden aangehouden. Met behulp van een simulatiemodel kan het benodigde bedrag worden berekend. Dit bedrag moet worden verminderd met de eventuele onbenutte belastingcapaciteit, stille reserves en structurele begrotingsruimte. 

In de risicobepaling verdienen de risico’s met betrekking tot de bouwgrondexploitatie bijzondere aandacht. Enerzijds omdat bij de huidige bedrijvigheid de mogelijke impact zeer groot is, anderzijds omdat er naast specifieke risico’s per exploitatie ook algemene risico’s voor de gehele bouwgrondexploitatie van toepassing zijn. De impact van deze algemene risico’s worden berekend in zogenaamde worst-case-scenario’s waar in ieder geval de financiële gevolgen van tegenvallers op de parameters rentepercentage, kostenstijging, opbrengstendaling en vertraging afzonderlijk in beeld worden gebracht. In combinatie met de inschatting van de kans op het zich voor doen van de oorzaken vormt deze informatie samen met de specifieke risico’s per complex de input voor het simulatiemodel. Het gecalculeerde risico per complex wordt vergeleken met het resultaat van het expected-case-scenario (de in de begroting opgenomen kostprijscalculatie). Als het risico groter is dan het in de begroting opgenomen resultaat wordt voor het verschil een risicoreserve gevormd. Indien het risico dit resultaat niet overstijgt wordt geen risicoreserve gevormd.

Risicoreserve (onbenoemde risico's)
Het verloop van de Risicoreserve (onbenoemde risico's) in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 10.000
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming 0
0 +
Stand per 31-12-2023 10.000

Omdat het onmogelijk is een limitatieve lijst van risico’s op te stellen, zal naast de reserve benoemde risico’s ook een reserve onbenoemde/onvoorziene risico’s worden aangehouden. De hoogte is vastgesteld op € 10.000.

Vrije reserve
Het verloop van de vrije reserve in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 32.712
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Afsluiting BGE Noordrand Meerstraat 104
Tussentijdse winstneming Gansepoel 90
Tussentijdse winstneming Zandven 240
Tussentijdse winstneming Habraken 1.500
Jaarrekeningresultaat 2022 7.431
9.365 +
2 Onttrekking u.h.v. resultaatbestemming
Vorming verliesvoorziening Zilverackers, Kransackerdorp 1.627
Vormen reserve energietransitie 1.107
Aangifte vennootschapsbelasting 41
2.775 -
Stand per 31-12-2023 39.302

Indien en voor zover er na de vorming van alle overige beschreven algemene- en bestemmingsreserves eigen vermogen resteert, wordt deze gepresenteerd als vrij vermogen. 

Dekkingsreserve primair onderwijs
Het verloop van de dekkingsreserve primair onderwijs in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 8.000
1 Toevoegingen u.h.v. Resultaatbestemming
Storting tlv vrije reserve voor aansluiting boekwaarde 0
0 +
2 Onttrekking i.v.m. Afschrijving activa
Investeringen primair onderwijs 450
450 -
Stand per 31-12-2023 7.550

Deze dekkingsreserve is bedoeld om de afschrijvingslasten van de investeringen primair onderwijs in de exploitatie te dekken. 

Dekkingsreserve bevordering energielabel
Het verloop van de dekkingsreserve bevordering energielabel in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 551
1 Toevoegingen u.h.v. Resultaatbestemming
Storting tlv vrije reserve voor aansluiting boekwaarde 0
0 +
2 Onttrekking i.v.m. Afschrijving activa
Investeringen energielabel 53
53 -
Stand per 31-12-2023 498

Deze dekkingsreserve is bedoeld om de afschrijvingslasten van de investering bevordering energielabel in de exploitatie te dekken. 

Dekkingsreserve Kempen Campus
Het verloop van de dekkingsreserve Kempen Campus in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 1.862
1 Toevoegingen u.h.v. Resultaatbestemming
Storting vanuit dekkingsreserve voortgezet onderwijs 0
0 +
2 Onttrekking i.v.m. Afschrijving activa
Investeringen voortgezet onderwijs 117
117 -
Stand per 31-12-2023 1.745

Deze dekkingsreserve is bedoeld om de afschrijvingslasten van de investering Kempen Campus sport in de exploitatie te dekken. 

Vervangingsreserve openbare verlichting
Het verloop van de vervangingsreserve openbare verlichting in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 4.347
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Toevoeging vanuit exploitatie 224
224 +
2 Onttrekking u.h.v. resultaatbestemming
Afschrijving dekking investering openbare verlichting 74
74 -
Stand per 31-12-2023 4.497

Op basis van de in het beheerplan openbare verlichting opgenomen vervangingsinvesteringen is deze vervangingsreserve gevormd. Deze reserve wordt gebruikt om de afschrijvingslasten van de investeringen openbare verlichting te dekken.

Vervangingsreserve openbaar groen
Het verloop van de vervangingsreserve openbaar groen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 5.055
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Toevoeging vanuit de exploitatie 640
640 +
2 Onttrekking u.h.v. Resultaatbestemming
Afschrijving dekking investeringen openbaar groen 119
119 -
Stand per 31-12-2023 5.575

Op basis van de in het beheerplan openbaar groen opgenomen vervangingsinvesteringen is deze vervangingsreserve gevormd. Deze reserve wordt gebruikt om de afschrijvingslasten van de investeringen openbaar groen te dekken.

Vervangingsreserve VRI
Het verloop van de vervangingsreserve VRI in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 1.276
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Toevoeging vanuit de exploitatie 62
62 +
2 Onttrekking u.h.v. Resultaatbestemming
Afschrijving dekking investeringen verkeersregelinstallatie 14
14 -
Stand per 31-12-2023 1.324

Op basis van de in het VRI (VerkeerRegelInstallatie) beheerplan opgenomen vervangingsinvesteringen is deze vervangingsreserve gevormd. Deze reserve wordt gebruikt om de afschrijvingslasten van de investeringen VRI te dekken.

Doelreserve stimuleringsfonds Brainport
Het verloop van de doelreserve stimuleringsfonds Brainport in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 274
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Storting t.l.v. Exploitatie 0
0 +
2 Onttrekking u.h.v. Resultaatbestemming
Samenwerkingsovereenkomst Van Gogh Nationaal Park 8
8 -
Stand per 31-12-2023 266

Deze doelreserve is voor nog in te dienen projecten en initiatieven m.b.t. Brainport. 

Dekkingsreserve tijdelijke huisvestingslocaties
Het verloop van de reserve tijdelijke huisvestingslocaties in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 279
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Storting tlv reserve Gisv (volkshuisvesting) 0
0 +
2 Onttrekking u.h.v. resultaatbestemming
Dekking exploitie tijdelijke huisvesting -9
-9 -
Stand per 31-12-2023 288

Deze reserve is opgebouwd uit de middelen van de reserve Gisv (volkshuisvesting) en is bestemd voor de investeringen voor de tijdelijke huisvestingslocaties. Deze reserve wordt gebruikt om de afschrijvingslasten van de investeringen te dekken.

Doelreserve afbouw BGE complexen
Het verloop van de doelreserve afbouw complexen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 157
1 Toevoegingen u.h.v. resultaatbestemming
Afbouwcomplex 0
0 +
2 Onttrekkingen u.h.v. resultaatbestemming
Afbouwcomplex 0
0 -
Stand per 31-12-2023 157

Deze doelreserve wordt gevoed wanneer een grondexploitatie complex financieel wordt afgesloten (het resultaat wordt genomen) terwijl er nog wat laatste werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De uitgaven voor deze werkzaamheden worden uit deze reserve gedekt.

Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen in 2023 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. 

Voorzieningen Saldo 31/12/2022 Toevoeging Vrijval Aanwending Saldo 31/12/2023
Onderhoud eigendommen 559 1.851 0 1.772 638
Voorziening wethouderspensioenen 3.780 0 0 160 3.620
Voorziening onderhoud wegen 2.456 1.360 0 920 2.896
Voorziening rioolbeheer: vervanging 11.361 903 0 1.888 10.376
Voorziening rioolbeheer: egalisatie 1.314 321 0 675 960
Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing 19 10 0 19 10
Voorziening verlofsparen 71 68 0 0 139
Voorziening verlofsaldi 686 162 0 0 848
Voorziening landschap 0 0 0 0 0
Totaal voorzieningen 20.246 4.673 0 5.433 19.486

Aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.

Voorziening onderhoud eigendommen
Het verloop van de voorziening onderhoud eigendommen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 559
1 Toevoegingen
Storting tlv exploitatie 1.851
1.851 +
2 Onttrekking
Aanwending gemeentelijke gebouwen 1.772
1.772 -
Stand per 31-12-2023 638

De voorziening onderhoud eigendom is een onderhoudsvoorziening voor gebouwen met als doel het voorkomen van pieken en dalen in de exploitatie.
De basis voor de berekening van de onderhoudsvoorziening voor openbare eigendommen is de onderhoudsplanning zoals die door de afdeling wordt opgesteld en bijgehouden. 

Voorziening wethouderspensioenen
Het verloop van de voorziening wethouderspensioenen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 3.780
1 Toevoegingen
Stortingen pensioenverplichtingen 0
0 +
2 Onttrekking
Onttrekking pensioenverplichtingen 75
Uitbetaling pensioenen 85
160 -
Stand per 31-12-2023 3.620

Op grond van de wet APPA hebben alle gemeenten de verplichting om politiek ambtsdragers (i.c. wethouders) of diens nagelaten betrekkingen van een inkomen te voorzien bij ouderdom (65 jaar), overlijden, arbeidsongeschiktheid en / of tijdens een wachttijdperiode. Tot 2012 heeft onze gemeente gekozen voor een verzekeringsconstructie. Na een analyse is besloten om de ouderdoms- en nabestaandenpensioenen voor wethouders niet langer te (her)verzekeren, maar over te gaan tot het inrichten van deze voorziening voor hetzelfde doel. De reeds “gespaarde” bedragen via de (her)verzekeringsconstructie blijven bij de respectieve verzekeraars ondergebracht tot het verzekerd voorval zich voordoet. 

Voorziening onderhoud wegen
Het verloop van de voorziening onderhoud wegen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 2.456
1 Toevoeging
Beheerplan 1.360
1.360 +
2 Onttrekking
Onderhoudskosten 920
920 -
Stand per 31-12-2023 2.896

De voorziening onderhoud wegen is een onderhoudsvoorziening voor het wegennet met als doel het voorkomen van pieken en dalen in de exploitatie.
De basis voor de berekening van de onderhoudsvoorziening is de onderhoudsplanning zoals die door de afdeling wordt opgesteld en bijgehouden. 

Voorziening rioolbeheer 
De voorziening rioolbeheer is gebaseerd op zowel onderhouds- als vervangingsverplichtingen uit het beheerplan Riool (voorheen vGRP). Deze zijn verwerkt en vastgesteld in de begroting 2023. De vervangingen alsmede het beheer en onderhoud van deze jaarrekening zijn direct te relateren aan het beheerplan Riool. In het beheerplan Riool opgenomen bedrag aan investeringen voor 2023 bedroeg € 2.879. Door begrotingswijzigingen is het totaalbedrag begroot aan investeringen riolering € 5.866. In 2023 is in totaal voor € 4.258 uitgegeven aan de investeringen voor riolering. Hierdoor wordt € 1.148 doorgeschoven naar 2024 en is € 460 afgesloten bij de jaarrekening 2023.

In het vorige GRP werd gespaard voor vervangingsinvesteringen in de voorziening riolering. De investeringen werden lineair afgeschreven en ter dekking van de afschrijving (last) werd een onttrekking uit de voorziening riolering naar de exploitatie (baat) geboekt. Deze systematiek is niet meer toegestaan volgens de BBV.

Voor de nieuwe systematiek is gekozen voor een combinatie Activeren en afschrijven en Sparen voor vervangingsinvesteringen. Door vervangingsinvesteringen te activeren en af te schrijven worden de kosten direct aan het gebruik toegekend. Op termijn lopen de cumulatieve kapitaallasten op, met name door de rente die wordt toegerekend over de boekwaarde van de investeringen. Door te sparen voor vervangingsinvesteringen worden de jaarlijkse lasten geëgaliseerd en worden de kosten op termijn beperkt. Het gespaarde bedrag wordt direct in mindering gebracht op de boekwaarde van de investering. Hierdoor zijn er geen afschrijvingslasten en wordt er ook geen rente toegerekend. 

In het beheerplan Riool 2021 worden de investeringen in de eerste 4 jaar grotendeels geactiveerd en afgeschreven. Vanaf 2025 wordt de helft van het investeringsvolume afgeschreven en de helft van de investeringen krijgt een afboeking door een onttrekking uit de spaarvoorziening. Beide systematieken liggen in lijn met de notitie rioolvoorziening van de commissie bbv en daarom is de combinatie van deze systematieken toegestaan. De opgebouwde voorziening, die werd gebruikt ter dekking van de afschrijvingslasten, blijft geoormerkt voor de rioleringszorg. Deze middelen gaan naar de spaarvoorziening die wordt gebruikt om de boekwaarde van de investeringen ineens te verlagen.
Door het vooraf sparen voor investeringen zal de rentelast voor de lange termijn omlaag gaan, zodat het tarief minder hard stijgt. Door het combineren van Activeren en afschrijven met Sparen voor vervangingsinvesteringen ontstaat vrijwel altijd een gelijkmatiger kostenpatroon, waarmee grote tariefstijgingen afvlakken.

De lasten en baten die verbonden zijn met het rioolstelsel worden in de volgende componenten ingedeeld:
*     Exploitatie: de jaarlijks terugkerende lasten van beheer, klein onderhoud, energie, schoonhouden, administratie, verzekering, enz.
*    Voorziening rioolbeheer onderhoud: dit betreffen de kosten van groot onderhoud.
*    Voorziening rioolbeheer vervanging: hierin wordt het te sparen bedrag voor de investeringen gestort. Het gespaarde bedrag wordt onttrokken als de investeringsuitgaven worden gedaan, waarvoor gespaard is. Het onttrokken bedrag wordt ten gunste van de investering gebracht.
*    Voorziening rioolbeheer dekking: Deze voorziening is komen te vervallen. Hier werd tegenover de afschrijvingslasten van de geactiveerde investeringen een onttrekking uit deze voorziening gedaan ten gunste van de exploitatie.
*    Egalisatie tarief: verrekening van het jaarrekening resultaat met het tarief.

Voorziening rioolbeheer: vervanging
Het verloop van de voorziening rioolbeheer: vervanging in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 11.361
1 Toevoeging
Toevoeging vanuit exploitatie 903
903 +
2 Onttrekking
Onttrekking voor dekking investering 1.888
1.888 -
Stand per 31-12-2023 10.376
Voorziening rioolbeheer: egalisatie
Het verloop van de voorziening rioolbeheer: egalisatie in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 1.314
1 Toevoeging
Storting ivm 100% kostendekkendheid 320
320 +
2 Onttrekking
Terugbetaling aan burgers 354
Onttrekking ivm 100% kostendekkendheid 320
674 -
Stand per 31-12-2023 960
Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing
Het verloop van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 19
1 Toevoeging
Toevoeging vanuit exploitatie 10
10 +
2 Onttrekking
Terugbetaling aan burgers 19
Onttrekking ivm 100% kostendekkendheid 0
19 -
Stand per 31-12-2023 10
Voorziening verlofsparen
Het verloop van de voorziening verlofsparen in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 71
1 Toevoeging
Toevoeging vanuit exploitatie 68
68 +
2 Onttrekking
Onttrekking 0
0 -
Stand per 31-12-2023 139

Deze voorziening is voor het verlofsparen van de medewerkers van de gemeente Veldhoven.

Voorziening verlofsaldi
Het verloop van de voorziening verlofsaldi in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 686
1 Toevoeging
Toevoeging vanuit exploitatie 162
162 +
2 Onttrekking
Onttrekking 0
0 -
Stand per 31-12-2023 848

Deze voorziening is voor het verlofsaldi van de overuren van de medewerkers van de gemeente Veldhoven. 

Voorziening landschap
Het verloop van de voorziening landschap in 2023 is als volgt:
Stand per 31-12-2022 0
1 Toevoeging
0
0 +
2 Onttrekking
Vrijval voorziening 0
0 -
Stand per 31-12-2023 0

Deze voorziening is voor de planvorming en uitvoering van projecten gerelateerd aan de provinciale landschapsinvesteringen.

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Obligatieleningen 0 0
Onderhandse leningen:
binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen 0 0
binnenlandse banken en overige financiele instellingen 129.808 129.560
binnenlandse bedrijven 0 0
openbare lichamen 0 0
overige sectoren 0 0
buitenl. Inst., fondsen, banken, bedrijven en ov. sectoren 0 0
129.808 129.560
Door derden belegden gelden 0 0
Waarborgsommen 0 0
Overige leningen met rentetypische looptijd van één jaar of langer 0 0
Totaal 129.808 129.560

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2023.

Saldo 1/1/2023 Vermeerderingen Aflossingen Saldo 31/12/2023
Obligatieleningen 0 0 0 0
Onderhandse leningen 129.560 248 0 129.808
Door derden belegde gelden 0 0 0 0
Waarborgsommen 0 0 0 0
Totaal 129.560 248 0 129.808

De totale rentelast voor het jaar 2023 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt  € 2.310.

Vlottende passiva
Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar 16.289 11.058
Overlopende passiva 20.051 32.657
Totaal 36.340 43.715

Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Kasgeldlening aangegaan bij openbare lichamen 0 0
Overige kasgeldleningen 0 0
Banksaldi 119 0
Overige schulden 16.170 11.058
Totaal 16.289 11.058

Overlopende passiva
De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:

Boekwaarde 31/12/2023 Boekwaarde 31/12/2022
Nog te betalen bedragen 13.223 11.563
De van EU en NL overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen
voor specifieke uitkeringen 4.648 18.971
Overige vooruit ontvangen bedragen 2.180 2.123
Totaal 20.051 32.657

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven over de van EU, Rijk en provincie ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen over het jaar 2023.

Saldo 1/1/2023 Ontvangen bedragen Vrijgevallen bedragen Terug betalingen Boekwaarde 31/12/2023
Run 2000 (Rijk) 770 0 147 0 623
Maatregelen de Run (NL overig) 16.959 0 16.959 0 0
Kunstroute (NL overig) 0 193 141 0 52
Sport stimulering (Rijk) 4 0 4 0 0
Bijdrage accomodatie (NL overig) 6 0 6 0 0
Vergoeding kasgeldlening (NL overig) 18 0 18 0 0
Doorontwikkeling RET BEN (NL overig) 100 0 56 0 44
Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (NL overig) 7 0 0 0 7
Subsidie de Gender (NL overig) 0 90 0 0 90
Preventieakkoorden (Rijk) 21 7 0 0 28
Sportakkoorden (Rijk) 21 0 21 0 0
Wijkverduurzaming 2022 tm 2024 (Rijk) 150 50 150 0 50
Onderwijsroute 39 0 0 39 0
Energie armoede 583 210 205 0 588
Lokale Aanpak Isolatie 2023 (Rijk) 0 935 0 0 935
Noodfonds Energie amateursport (Rijk) 0 12 0 0 12
Startbouwimpuls (Rijk) 0 1.352 0 0 1.352
NPO gelden van DUO (Rijk) 0 420 0 0 420
Sport, gezondheidsbevordering, cultuur 0 388 0 0 388
Versterkingsgelden (NL overig) 0 25 0 0 25
Radicalisering (Rijk) 0 33 0 0 33
Slowlane (NL overig) 293 0 293 0 0
Totaal 18.971 3.715 18.000 39 4.648

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Waarborgen en garanties
Het bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:

Geldnemer Garantie/ achtervang Oorspronkelijk bedrag Borgstelling Restant 1/1/2023 Restant 31/12/2023
T.C. Metzpoint Garantie 261 100% 28 25
Totaal garantie 261 28 25
Woonstichting 'thuis Achtervang 172.543 90.000 98.527
Woningstichting Wooninc. (De Kempen) Achtervang 142.460 13.006 14.354
Stichting Woonbedrijf SWS. Hhvl Achtervang 281.976 24.990 27.773
Totaal achtervang 596.979 127.996 140.654
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen 597.240 128.024 140.679
borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt

In 2023 zijn geen bedragen betaald wegens de verleende borg- en garantiestellingen. 

Langlopende financiële verplichtingen
De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen.
Voor ict middelen en meubilair zijn langlopende verplichtingen aangegaan. De restant schuld per 31 december 2023 bedraagt respectievelijk € 271 en € 232.

Eigen bijdrage op grond van de WMO
Inwoners met een individuele voorziening/hulpmiddel in natura of PGB zijn hiervoor op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een eigen bijdrage verschuldigd. Het CAK is op grond van de Wmo wettelijk verantwoordelijk voor het vaststellen, opleggen en innen van de eigen bijdrage. De gemeente krijgt om privacy redenen en op grond van wet bescherming persoonsgegevens geen informatie over geïnde eigen bijdrage per individu, maar krijgt enkel managementgegevens over groepen en het totaal. Deze informatie is voor de gemeente ontoereikend om de juistheid van de eigen bijdragen te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeente geen zekerheid over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau.

Gebeurtenissen na balansdatum
Tijdens het opmaken van de jaarrekening zijn er geen gebeurtenissen na balansdatum geweest.

Uitvoering schatkistbankieren conform wettelijke regelgeving

Terug naar navigatie - Uitvoering schatkistbankieren conform wettelijke regelgeving

Drempelbedrag
In principe dienen alle overtollige middelen in de schatkist te worden aangehouden. Er is echter een aantal uitzonderingen. Eén daarvan is het drempelbedrag. Dat is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor onze gemeente is dat voor 2023 vanaf 1 januari € 3.261.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 
Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen die boven het drempelbedrag uitgaan in de schatkist te worden aangehouden. Praktisch gezien hanteren wij een veilige marge, zodat incidentele of onverwachte uitschieters kunnen worden opgevangen zonder over het hele kwartaal gezien de drempel te overschrijden. In 2023 heeft geen overschrijding plaats gevonden van het drempelbedrag. In onderstaande tabel is dit weergegeven.