In deze paragraaf leggen we verantwoording af over het gevoerde financieringsbeleid in 2024. Financiering betekent: ‘het voorzien in de benodigde financiële middelen voor de uitvoering van het beleid over de periode van tenminste één jaar’. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen als vreemd vermogen. In deze paragraaf worden elementen van financiering nader belicht.
Voortgang activiteiten
Financiering
Voortgang activiteiten
Uitgangspunten treasurybeleid
Terug naar navigatie - Uitgangspunten treasurybeleidTreasury gaat om financiering van het gemeentelijk beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen, waarbij een tijdelijk overschot tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd, en het daarbij afdekken van rente- en kredietrisico’s. En dat alles op de meest doelmatige wijze en waarbij we voldoen aan de wettelijke voorschriften (Wet financiering decentrale overheden, FIDO). Van het begrip treasury kan de volgende definitie worden gegeven:
Treasury is het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Vermogenspositie
Terug naar navigatie - VermogenspositieWanneer een oordeel moet worden geveld over de vermogenspositie van een organisatie wordt gekeken naar de creditzijde van de balans. Het eigen vermogen wordt daar uitgedrukt in termen van reserves. Reserves zijn feitelijk niets anders dan een boekhoudkundige sluitpost waarmee aan het eind van een boekjaar het verschil tussen baten en lasten wordt uitgedrukt. De vermogenspositie van de gemeente Veldhoven ziet er ultimo 2024 als volgt uit:
Bedragen (x € 1.000) | Realisatie | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | ultimo 2023 | ultimo 2024 | ultimo 2024 | 2024 |
Algemene reserves | 53.435 | 57.276 | 52.660 | -4.616 |
Bestemmingsreserves | 23.555 | 24.220 | 23.925 | -295 |
Saldo rekening | 3.137 | 15.862 | 13.879 | -1.983 |
Eigen vermogen | 80.127 | 97.358 | 90.464 | -6.894 |
Voorzieningen | 19.486 | 18.297 | 20.522 | 2.225 |
Vaste schulden met rentetypische looptijd van 1 jaar of langer | 129.808 | 144.056 | 144.056 | 0 |
Vlottende schulden | 36.340 | 15.000 | 35.846 | 20.846 |
Vreemd vermogen | 185.634 | 177.353 | 200.424 | 23.071 |
Totaal vermogen | 265.761 | 274.711 | 290.888 | 16.177 |
Solvabiliteitsratio (eigen vermogen/ totaal vermogen) | 30,2% | 35,4% | 31,1% | |
Vermogensratio (solvabiliteitsratio excl vlottende schulden) | 34,9% | 37,5% | 35,5% | |
Debt ratio (vreemd vermogen/ totaal vermogen) | 69,8% | 64,6% | 68,9% | |
test |
De solvabiliteitsratio is ultimo 2024 een stuk lager dan begroot. Dit komt door een hoger vreemd vermogen en een lager eigen vermogen ultimo van het jaar. Toch geeft dit een wat vertekend beeld omdat we ultimo van het jaar een behoorlijk saldo aan liquide middelen hebben. Medio van het jaar leek ons liquiditeitssaldo snel te verslechteren door de grote investeringsopgave en hebben we deze financieringsbehoefte ingevuld met langlopende leningen. Achteraf gezien iets te voorbarig. Dit blijkt ook uit het grote bedrag van € 13,8 miljoen aan investeringen dat doorgeschoven wordt naar volgende jaren.
Overigens is het solvabiliteitspercentage t.o.v. ultimo 2023 wel licht verbeterd.
Treasurystatuut
Terug naar navigatie - TreasurystatuutIn 2022 is het treasurystatuut uit 2016 geactualiseerd. In december 2022 heeft de raad een nieuw meerjarig treasurystatuut vastgesteld. Het treasurystatuut bevat de meerjarige beleidskaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Ook worden de uitgangspunten, doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden hierin vastgelegd. Daarnaast beschrijft het de financiële kaders voor financieringen, uitzettingen en derivaten gebruik.
Treasury acties
Terug naar navigatie - Treasury actiesDe uitvoering van treasury maakt deel uit van het reguliere instrumentarium van de planning & control cyclus.
Renteontwikkelingen 2024 en vooruitblik
De situatie op de rentemarkt kan worden bezien op de lange en korte termijn. Als referentierente voor de korte markt (geldmarkt) wordt gewoonlijk de 3-maands Euribor1 gebruikt. Op de lange markt ofwel kapitaalmarkt fungeert het tarief van de 10-jaars IRS2 als ankerpunt. In onderstaande tabel is te zien wat de ontwikkeling is van de daadwerkelijke renteniveaus vanaf januari 2024 tot begin februari 2025.
1 De Euribor (Euro Interbank Offered Rate) is de rente die gehanteerd wordt in het interbancaire circuit in het Eurogebied.
2 Interest Rate Swap. De renteswap is een ruiltransactie die geschiedt op een internationale financiële markt, waarbij partijen de rentebetalingen gedurende de looptijd, of een deel van de looptijd, tegen elkaar ruilen. De koper van een renteswap koopt een renteswap om zich te beschermen tegen renterisico's. De koper kan zo kiezen om een lopende lening tegen een variabele rente niet om te zetten in een nieuwe lening, maar met de swap het renterisico af te dekken. De hoofdsommen van de leningen worden bij een IRS niet uitgewisseld. Die zijn alleen in theorie, in de berekeningen herkenbaar. Uitwisseling vindt uitsluitend plaats tussen de rentes.
Rente % | Rente % | Rente % | Rente % | |
---|---|---|---|---|
2-1-2024 | 1-7-2024 | 2-1-2025 | 1-2-2025 | |
3 maands euribor | 3,91% | 3,71% | 2,74% | 2,56% |
10-jaars IRS | 2,52% | 2,89% | 2,38% | 2,41% |
test |
Tot circa augustus 2024 is de 10-jaars rente licht opgelopen. De oorzaak zijn meevallende groeiverwachtingen in Europa en met name buiten de Eurozone hardnekkige inflatie. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat de verwachting is dat de ECB de rente minder agressief zal verlagen dan vooraf werd ingeschat. De daling die de lange termijn rentes in september hebben ingezet is in oktober tot stilstand gekomen. Na tegenvallende Amerikaanse inflatiecijfers afgelopen maand, zien we de 10-jaars benchmark op praktisch hetzelfde niveau als eind september. De korte rente is wel gedaald nadat de ECB de beleidsrente op 17 oktober met een kwartje verlaagd heeft. Na de verkiezing van Trump was er veel beweging op de financiële markten. De aandelenmarkten stegen en de rente daalde. De 10-jaars swaprente daalde in november tot ca 2,22%.
Op 30 januari 2025 heeft de ECB de beleidsrente verlaagd met 0,25%. De terughoudendheid van de FED om de rentetarieven te verlagen en de tegenvallende ontwikkeling van de inflatie in Europa maakt dat er ook in de eurozone minder renteverlagingen verwacht worden dan recentelijk het geval was. De 3 maands euribor over een jaar staat eind januari op 2,11%. De lange rentes zijn in vergelijking met december wat opgelopen. als de inflatieverwachtingen gunstiger zijn dan de verwachtingen uit december kan de lange rente wat dalen.
a) Liquiditeitenplanning en financiering
In 2024 zijn drie langlopende lening aangetrokken van in totaal € 30.000.000. In de primitieve begroting was hier geen rekening mee gehouden. Wel was er in 2023 minder geleend dan waarmee rekening was gehouden in de begroting 2024. In mei van dit jaar leek ons tekort harder op te lopen dan gedacht daardoor is er eind van 2024 een behoorlijk overschot aan liquide middelen. In het begin van 2024 is gedurende 48 dagen de financieringsbehoefte gefinancierd met kortlopende kasgeldleningen van gemiddeld € 12.000.000.
b) Huisbankierschap
Sinds begin 2015 is de Bank Nederlandse Gemeenten onze huisbankier. De dienstverlening verloopt naar volle tevredenheid. Eind 2022 is een nieuwe overeenkomst afgesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 31 december 2025 met een stilzwijgende verlengingsmogelijkheid voor tweemaal een periode van 2 jaar, derhalve tot uiterlijk 31 december 2029.
c) Schatkistbankieren
In principe dienen alle overtollige middelen in de schatkist te worden aangehouden behoudens het drempelbedrag. Dat is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor onze gemeente is dat voor 2024 € 3.202.000. In 2024 heeft geen overschrijding plaats gevonden van het drempelbedrag. Voor een gedetailleerde toelichting per kwartaal verwijzen we naar de toelichting op de balans.
Opgenomen geldleningen
Terug naar navigatie - Opgenomen geldleningenOpgenomen leningenportefeuille van de gemeente per 31 december 2024
Leningnr | Afsluitdatum | Soort | Oorspr. | Restant bedrag | Oorspr. | Rente | Laatste |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lening | bedrag (€) | 31-12-2024 | looptijd (jr) | % | jaar van aflossing | ||
NWB 1-27963 | 26-jun-13 | Aflossing ineens einde looptijd | 15.000.000 | 15.000.000 | 25 | 3,404 | 2038 |
NWB 1-27964 | 26-jun-13 | Aflossing ineens einde looptijd | 15.000.000 | 15.000.000 | 35 | 3,594 | 2048 |
NWB 1-27965 | 26-jun-13 | Aflossing ineens einde looptijd | 20.000.000 | 20.000.000 | 30 | 3,473 | 2043 |
BNG 40.111202 | 1-jun-17 | Lineair | 10.000.000 | 3.000.000 | 10 | 0,538 | 2027 |
BNG 40.111296 | 17-jul-17 | Lineair | 48.519.898 | 14.555.969 | 10 | 2,065 | 2027 |
BNG 40.111882 | 2-mei-18 | Lineair | 10.000.000 | 4.000.000 | 10 | 0,667 | 2028 |
BNG 40.114397 | 2-dec-20 | Lineair | 10.000.000 | 6.000.000 | 10 | -0,155 | 2030 |
NWB I-31001 | 8-jun-21 | Lineair | 25.000.000 | 17.500.000 | 10 | -0,150 | 2031 |
BNG 40.115229 | 25-nov-21 | Lineair | 10.000.000 | 7.000.000 | 10 | 0,000 | 2031 |
Prov.Gelderland | 29-nov-23 | Lineair | 14.000.000 | 12.000.000 | 7 | 3,180 | 2030 |
Prov.Gelderland | 6-mrt-24 | Lineair | 10.000.000 | 10.000.000 | 7 | 3,000 | 2031 |
Prov.Gelderland | 22-mei-24 | Fixe | 10.000.000 | 10.000.000 | 7 | 2,980 | 2031 |
NWB 1-40632 | 22-mei-24 | Fixe | 10.000.000 | 10.000.000 | 10 | 3,156 | 2034 |
207.519.898 | 144.055.969 |
Op 31 december 2024 bedraagt het totale bedrag aan opgenomen geldleningen € 144,0 miljoen.
Uitstaande geldleningen
Terug naar navigatie - Uitstaande geldleningenVerstrekte leningenportefeuille van de gemeente per 31 december 2024
Geldnemer | Aantal | Oorspr. | Restant bedrag | Rente |
---|---|---|---|---|
leningen | bedrag (€) | 31-12-2024 | % | |
Startersleningen (oude regeling) | 13 | 229.746 | 187.175 | 4,36% |
Starters- en combinatieleningen (nieuwe regeling) | 108 | 1.810.911 | 1.789.915 | 2,74% |
Stimuleringsleningen (nieuwe regeling) | 182 | 1.580.663 | 1.294.331 | 1,40% |
Starterslening (amendement begroting 2024) | 29 | 542.291 | 54.291 | 4,18% |
Stichting Accommodatie UNA | 1 | 40.000 | 26.000 | 0,00% |
Tennisvereniging VLTC | 1 | 67.000 | 21.050 | 0,00% |
334 | 4.270.611 | 3.372.762 | 2,31% |
In 2008 is gestart met het verstrekken van startersleningen. In bovenstaand overzicht betreft dit de startersleningen (oude regeling). Hiermee wilde Veldhoven de bereikbaarheid van koopwoningen vergroten voor met name starters op de woningmarkt. In totaal is voor een bedrag van € 2.841.380 aan startersleningen verstrekt. Van de € 2.841.380 aan verstrekte startersleningen is inmiddels € 2.596.729 volledig afgelost. Van de nog lopende startersleningen is € 37.484 afgelost.
In mei 2019 is besloten om per 1 januari 2020 opnieuw € 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de 'starterslening' ten behoeve van eerste-woning-aankopen door koopstarters op de woningmarkt in Veldhoven. Ook is € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de invoering per 1 januari 2020 van de 'stimuleringslening' ten behoeve van de aanpassing van koopwoningen in Veldhoven voor:
a. het langer thuis wonen van oudere bewoners dan wel bewoners met kinderen met een beperking;
b. het verduurzamen van de woning;
c. het saneren van asbestdaken in verband met het asbestverbod per 2025.
Deze budgetten worden revolverend ingelegd op de rekening courant bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). Revolverend betekent dat ontvangen aflossingen weer opnieuw beschikbaar komen om als lening te worden verstrekt.
Bij de behandeling van de begroting 2024 is een amendement aangenomen om € 2 miljoen extra aan startersleningen te verstrekken .
De twee leningen in het overzicht aan Stichting Accommodatie UNA en Tennisvereniging VLTC betreffen renteloze leningen ten behoeve van de aanschaf van LED-verlichting.
Taakveld treasury
Terug naar navigatie - Taakveld treasuryDe onderstaande tabel toont het treasury overzicht in de begroting 2024 t.o.v. de realisatie.
Bedragen (x € 1.000) | Realisatie | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2023 | 2024 * | 2024 | (- is nadeel) |
Externe rentelasten | 2.399 | 3.871 | 3.873 | -2 |
Externe rentebaten | 821 | 845 | 1.116 | 271 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.578 | 3.026 | 2.757 | 269 |
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 811 | 913 | 913 | 0 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 767 | 2.113 | 1.844 | 269 |
Aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) | 917 | 1.855 | 1.855 | 0 |
Rente resultaat treasury | -150 | 258 | -11 | 269 |
* Laatst vastgestelde begroting 2024 (burap III 2024)
Uitgangspunt bij de doorberekening van de rentelasten naar taakvelden (programma’s) is een omslagrentepercentage van 1,1%. De doorbelasting van rente naar de bouwgrondexploitatie (BGE) is begroot en gerealiseerd op 1,6%. Er wordt zowel in de begroting als de realisatie geen rente toegerekend aan investeringen. Dit resulteert op begrotingsbasis in een nadelig rentesaldo van € 258.
De rentelasten zijn nagenoeg gelijk aan de begrote rentelasten.
De rentebaten zijn hoger dan begroot omdat we het verwachte liquiditeitsoverschot lager hadden begroot. We hebben daardoor met name op onze rekening bij de schatkist meer rente ontvangen.
In de uiteindelijke realisatie van 2024 komt het renteresultaat uit op een voordeel van € 11. Een positieve afwijking ten opzichte van de begroting van € 269.
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - KasgeldlimietDe kasgeldlimiet is het gekwantificeerde risico dat een gemeente mag lopen op de korte schuld (looptijd < 1 jaar). Van het begrotingstotaal van een jaar mag 8,5% worden gefinancierd met kort geld. De kasgeldlimiet (o.b.v. primitieve begroting) bedraagt voor 2024 € 13.607. In 2024 is de kasgeldlimiet niet overschreden. Als de kasgeldlimiet voor het derde achtereenvolgende kwartaal wordt overschreden moet aan de provincie een herstelplan worden voorgelegd. De onderschrijdingen per kwartaal zijn respectievelijk het 1e, 2e, 3e en 4e kwartaal € 3.429, € 24.209, € 42.283 en € 54.399.
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - RenterisiconormIn de wet Fido wordt eveneens een norm gehanteerd ten aanzien van het renterisico dat de gemeente loopt op de opgenomen vaste geldleningen. De norm wordt berekend als 20% van het begrotingstotaal (van de lasten) van het betreffende jaar.
De onderstaande tabel brengt de renterisico’s voor de vaste schuld in relatie tot de renterisiconorm in beeld voor het jaar 2024 en de komende 4 jaren.
Bedragen (x € 1.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | |||||
1. Nieuw aangetrokken vaste schuld | 30.000 | 20.000 | 15.000 | 40.000 | 52.500 |
2. Nieuw verstrekte langlopende leningen | 716 | 911 | 239 | 291 | 347 |
3. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (1-2) | 29.284 | 19.089 | 14.761 | 39.709 | 52.153 |
4. Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Aflossingen | 15.752 | 15.752 | 14.781 | 16.781 | 19.781 |
6. Herfinanciering (laagste van 3 en 5) >0 | 15.752 | 15.752 | 14.761 | 16.781 | 19.781 |
7. Renterisico (4+6) | 15.752 | 15.752 | 14.761 | 16.781 | 19.781 |
8. Renterisico norm | 32.018 | 34.130 | 31.890 | 32.673 | 33.065 |
9a. Ruimte onder renterisiconorm (8>7) | 16.266 | 18.378 | 17.129 | 15.892 | 13.284 |
9b Overschrijding renterisiconorm (7>8) | |||||
10a. Begrotingstotaal | 160.088 | 170.651 | 159.450 | 163.367 | 165.325 |
10b. Vastgesteld percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
10c. Renterisiconorm (10a x 10b) | 32.018 | 34.130 | 31.890 | 32.673 | 33.065 |
test |
Overige financieringsrisico's
Terug naar navigatie - Overige financieringsrisico'sTen aanzien van uitstaande geldleningen nemen we, behoudens de startersleningen, nagenoeg geen positie in. Het renterisico is daardoor verwaarloosbaar.
We hebben in 2024 geen vorderingen, liquiditeiten en/of beleggingen in vreemde valuta aangehouden en hebben dus geen valutarisico gelopen.
Voor het risico van oninbare debiteuren is in 2024 een voorziening getroffen. Het kredietrisico wordt in voldoende mate door deze voorziening afgedekt.
Door het periodiek actualiseren van de liquiditeitsprognose en het bewaken van de geldstromen is het liquiditeitsrisico beheersbaar.