Er wordt kort stilgestaan bij de van toepassing zijnde financiële beleidskaders in de P&C-cyclus 2025 op basis van eerdere besluitvorming. Vervolgens worden de financiële begrotingskaders voor de begroting 2025 voorgesteld. Deze zijn nodig om een financieel meerjarenperspectief 2025-2028 te kunnen geven als startpunt bij de begroting 2025. Op basis van dit startpunt kunnen bij de begroting 2025 voorstellen van nieuw beleid of ombuigingsmaatregelen aan de raad worden voorgesteld. Ook van invloed op dit startpunt is een aantal overige financiële bijstellingen die tussen vaststelling van de kadernota en begroting zullen plaatsvinden.
Financiële kaders
Financiële beleidskaders
De spelregels rondom financiële beheersing (control) zijn vastgelegd in de financiële beheersverordening. Deze verordening wordt verder uitgewerkt in een aantal (beleids)nota’s:
• nota rentebeleid en -toerekening
• nota activabeleid
• nota reserves en voorzieningen
• nota kostentoerekening
• nota risicomanagement en weerstandsvermogen
• treasurystatuut
• nota P&C-cyclus 2014
Financiële begrotingskaders
Naast financieel beleidsmatige kaders voor de komende begroting, stellen we in de kadernota ook een aantal financiële begrotingskaders voor. Deze hebben betrekking op specifieke onderdelen van de begroting, zoals onder andere te hanteren percentages voor rente en loon- en prijsstijging en begrotingsevenwicht. Voor de uitwerking van de begroting is het van belang dat deze vooraf worden vastgesteld. We lichten ze hieronder toe.
Begrotingsevenwicht en sluitende begroting
Terug naar navigatie - Begrotingsevenwicht en sluitende begrotingKader: Het uitgangspunt is dat we voldoen aan de richtlijnen van de provincie voor repressief toezicht. Concreet betekent dit dat het tenminste het eerste jaar of het laatste jaar een positief structureel begrotingssaldo heeft.
Sluitende begroting en reservepositie
Een sluitende begroting houdt in dat het begrotingsjaar2029 een positief saldo (≥ 0) heeft. Tevens dient er een positieve algemene vrije reserve te zijn voor al jaren 2026-2029.
Reëel evenwicht
Reëel ramen is het uitgangspunt voor de begroting 2026 en de meerjarenbegroting 2026-2029. Dit houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn.
Structureel evenwicht
Als in het betreffende begrotingsjaar structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Incidentele lasten mogen gedekt worden door zowel structurele als door incidentele baten. Hierbij passen we de wet- en regelgeving toe vanuit het Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV) en Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) van de provincie.
Repressief toezicht Provincie
Ieder jaar besluit de provincie op grond van artikel 203 van de Gemeentewet of een gemeente onder repressief of preventief begrotingstoezicht valt. Op basis van een begrotingsscan wordt een toets uitgevoerd. Er is sprake van repressief toezicht wanneer er in het begrotingsjaar 2026 sprake is van structureel en reëel evenwicht. Ook is er sprake van repressief toezicht wanneer blijkt dat het begrotingsjaar 2026 niet/onvoldoende structureel en reëel in evenwicht is, maar het is wel voldoende aannemelijk dat uiterlijk de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wel structureel en reëel in evenwicht is of dat uit onderzoek blijkt dat er toch sprake is van structureel en reëel in evenwicht. Preventief toezicht volgt zodra geen sprake is van bovenstaande.
Loon-, prijs- en volume index
Terug naar navigatie - Loon-, prijs- en volume indexIndexatie is nodig om budgetten qua koopkracht op peil te houden. Het actualiseren van de indexatie heeft de volgende financiële consequenties.
Loonindex
Kader: De loonindex wordt gebaseerd op (een inschatting van) de cao-afspraken inclusief de vastgestelde werkgeverpremies. Voor de periode na de cao-afspraken wordt uitgegaan van een jaarlijkse index (inclusief werkgeverspremies) van 1,5%.
Dit kader wordt continu gemonitord en indien noodzakelijk bij een tussentijdse rapportage bijgesteld. Voor de nieuwe jaarschijf 2029 betekent dit loonbudget 2029 = loonbudget 2028 plus 1,5%.
Prijsindex
Kader: De baten en lasten worden geïndexeerd met de prijsindex die wordt gebaseerd op het Nationale consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Planbureau (CPB) gepubliceerd in het jaarlijkse Centraal Economisch Plan (CEP).
Eenmaal per jaar, bij de kadernota, wordt de prijsindex bijgesteld op basis van het Centraal economisch Plan van het CPB. De prijsindex wordt toegepast op de baten en lasten uitgezonderd de loonkosten (eigen index) en een aantal specifieke baten en lasten die beschikken over een eigen indexering zoals huren, pachten, subsidies, rijksbijdragen etc. Deze index wordt tussentijds niet bijgesteld. De percentages uit het CEP 2025 zijn voor 2026 2,6%, 2027 2,3%, 2028 2,2 % en 2029 2,2%.
Jaarschijf 2029
Terug naar navigatie - Jaarschijf 2029Kader: Begrotingsjaar 2029 wordt nieuw toegevoegd met als basis 2029 = 2028 gecorrigeerd naar reële ramingen.
Een aantal budgetten die worden overgenomen van 2028 naar 2029 geven geen actueel beeld. Bijvoorbeeld, de financieringslasten (rente, afschrijving en aflossing) 2029 zijn niet actueel. Ook wordt de verwachte uitkering gemeentefonds voor de jaarschijf 2029 geactualiseerd. Tevens bevatten de bijstellingen uit bestuursrapportage I-2025 en II-2025 andere cijfers 2029 t.o.v. 2028.
Samenvatting begrotingskaders
Terug naar navigatie - Samenvatting begrotingskadersOnderwerp |
Kader |
Evenwichtig en sluitend | De begroting 2026 heeft een meerjarig sluitende begroting en reservepositie met daarbij repressief toezicht van de provincie. |
Loonindex | De loonindex wordt gebaseerd op (een inschatting van) de cao-afspraken inclusief de vastgestelde werkgeverpremies. Voor de periode na de cao-afspraken wordt uitgegaan van een jaarlijkse index (inclusief werkgeverspremies) van 1,5%. |
Prijsindex | De baten en lasten worden geïndexeerd met de prijsindex die wordt gebaseerd op het Nationale consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Planbureau (CPB) gepubliceerd in het jaarlijkse Centraal Economisch Plan (CEP). |
Volume index | Er wordt een volume-index (areaalindex) berekend op basis van de laatst vastgestelde woningbouwplanning t.o.v. de vorige woningbouwplanning. |
Nieuwe jaarschijf | Begrotingsjaar 2029 wordt nieuw toegevoegd met als basis 2029 = 2028 gecorrigeerd naar reële ramingen. |
Overige financiële bijstellingen
In aanloop naar de begroting zijn naast de financiële begrotingskaders in de vorige paragraaf nog een aantal zaken van invloed op het startpunt van de begroting 2026.
Actualisatie rente(percentage)
Terug naar navigatie - Actualisatie rente(percentage)In de nota rentebeleid en –toerekening is vastgelegd dat op basis van de bijgestelde liquiditeitenplanning m.b.t. investeringen en bouwgrondexploitatie de rentepercentages voor 2026-2029 worden geactualiseerd. In de notitie rente 2023 van de commissie BBV wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. Doelstelling van de notitie is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente door gemeenten.
Het omslagpercentage om de rente toe te rekenen aan de taakvelden (inclusief bouwgrondexploitatie) bedraagt 1,3% in 2025, 1,6% in 2026, 1,8% in 2027, 1,9% in 2028 en 1,9% in 2029. Indien nodig worden in aanloop naar de begroting (na bestuursrapportage II-2025 en actualisatie bouwgrondexploitaties) de omslagrente nogmaals herrekend. Een aanpassing hiervan is van invloed op het begrotingssaldo.
Actualisatie kostentoerekening
Terug naar navigatie - Actualisatie kostentoerekeningDe effecten van een geactualiseerde kostentoerekening van loonkosten en overheadkosten naar taakvelden en projecten (investeringen en bge’s) zijn nog niet financieel vertaald. Deze worden ook opgenomen in de begroting 2025. In december 2023 is er een nieuwe notitie Overhead uitgebracht door de commissie BBV (Besluit, Begroting en Verantwoording). Hierin worden enkele zaken aangescherpt als het gaat om het begrip overhead.
Kostendekkende tarieven
Terug naar navigatie - Kostendekkende tarievenZodra alle financiële begrotingskaders financieel vertaald zijn en rente en kostentoerekening geactualiseerd zijn, wordt in aanloop naar de begroting 2026 de nieuwe kostendekkende tarieven berekend. Het gaat om rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting en leges. Hier wordt op basis van eerdere besluitvorming 100% kostendekkendheid toegepast.
Tussentijdse raadsbesluiten
Terug naar navigatie - Tussentijdse raadsbesluitenTussen de vaststelling van deze kadernota en het opstellen van de begroting worden raadsbesluiten genomen met financiële consequenties. Bestuursrapportage II wordt nog door de raad vastgesteld en deze bevat ook consequenties voor de meerjarenbegroting 2026-2029. Onder andere de meicirculaire wordt in deze rapportage opgenomen.